H 3 Flashcards
1
Q
Vacature
A
Een baan waarvoor iemand word gezocht
2
Q
Solliciteren
A
Laten weten dat je een ban graag wilt
3
Q
Arbeidsmarkt
A
Banen waar alle mensen die werken of werk zoeken
4
Q
Scholing
A
Een opleiding of cursus waarin je leert voor een baan
5
Q
Arbeidsverdeling
A
Het werk verdeeld verschillend banen
6
Q
Voltijdbaan
A
Je werkt 36 of 40 uur per week
7
Q
Deeltijdbaan
A
Minder dan 36 uur per week
8
Q
Werknemer
A
Amand die werkt voor een baas
9
Q
Werkgever
A
Heeft een of meer mensen in loondienst
10
Q
Arbeidsovereenkomst
A
Werknemer komt in loondienst afspraak
11
Q
Proeftijd
A
Kijken of de baan bij jou past en of de baas je nodig heeft
12
Q
Vaste baan
A
Een arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde tijd
13
Q
Tijdelijke baan
A
Werk voor een bepaalde tijd
14
Q
Cao
A
Commerciële arbeidsovereenkomst
15
Q
Bruto loon
A
Loon waarop nog niks is in gehouden
