H1 Flashcards
(43 cards)
grondwet
een document waar alle grondrechten van de burgers en regels over het besturen van het land staan
constituele monarchie
de macht van de koning is vastgelegd in de grondwet
parlement
de eerste en tweede kamer. hierin zitten de mensen die het volk vertegenwoordigen
liberalen
zijn mensen die opkomen voor de vrijheid van burgers
grondrechten
de basisrechten voor elke burger, bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting, en vrijheid van godsdienst en onderwijs
onschendbaar
de koning is niet verantwoordelijk voor wat hij zelf zegt of doet, maar de ministers zijn daarvoor verantwoordelijk
ministeriële verantwoordelijkheid
elke minister moet aan het parlement uitleggen hoe hij zijn werk doet en hoe hij het geld van het ministerie besteed
parlementaire democratie
een manier van besturen waarbij burgers het parlement kiezen
regering
bestaat uit de koning en de ministers
Luxemburgse kwestie(1866-1867)
een ruzie tussen de koning en het parlement over luxemburg, willem 3 wilde luxemburg verkopen achter de rug van het parlement
censuskiesrecht
alleen mesen die een bepaald bedrag aan belasting betalen mogen stemmen, geen vrouwen
districtenstelsel
een systeem waar elk gebied (district) zijn eigen vertegenwoordiger voor het parlement kiest
socialisten
mensen die vinden dat iedereen in de samenleving gelijkwaardig is en de regering door wetgeving de leef en werkomstandigheden van arbeiders moet verbeteren
confessionelen
mensen die vinden dat het geloof belangrijk is bij het besturen van het land
caoutchouc-artikel
kiesrecht werd ook gegeven die een bepaald bedrag aan huur betalen of een bepaald inkomen hadden. de eisen van het kiesrecht konden dus uitgerekt worden
emacipatie
strijden voor gelijke rechten
verzuiling
de verdeling van de samenleving in groepen met een eige politieke of godsdienstige overtuiging
schoolstrijd
politieke ruzie over wie het bijzonder onderwijs moest betalen
industriële revolutie
een grote verandering van de manier van produceren en van de samenleving.
gevolgen van industriële revolutie
gevolgen: bevolkingsgroei, economische groei, verslechtering van leef en werk omstandigheden van de onderste bevolkingslagen
sociale kwestie
het geheel van slechte leef- en werk-omstandigheden, vrouwen en kinderarbeid, zeer lage lonen en massale werkloosheid
kinderwetje van Van Houten
in deze wet stond dat kinderen onder de 12 jaar niet in de fabrieken mochten werken
feminisme
vrouwen strijden voor gelijke rechten en kansen
eerste feministische golf
beweging eind 19e eeuw die opkwam voor de rechten en belangen van vrouwen