H1 Flashcards
(18 cards)
1
Q
Normatieve ontwikkeling
A
De algemene ontwikkeling die kinderen laten zie naar mate ze ouder worden
2
Q
Cumulatief proces
A
De kennis die je naar de volgende fase meeneemt
3
Q
Differentiatie proces
A
Specifieke vaardigheden die ontstaan vanuit meer algemene vermogens
4
Q
Baby
A
0-1 jaar
5
Q
dreumes
A
1-2 jaar
6
Q
Peuter
A
2-4 jaar
7
Q
Kleuter
A
4-6 jaar
8
Q
basisschoolkind
A
6-10 jaar
9
Q
pubertijd
A
10 -14 jaar
10
Q
Adolesentie
A
14-22 jaar
11
Q
Jongvolwassenheid
A
22-35 jaar
12
Q
Midden volwassenheid
A
35-55 jaar
13
Q
Late volwassenheid
A
55-65
14
Q
Oudere
A
65 plus
15
Q
Discontinu proces
A
zichtbare sprongetjes
16
Q
Nature
A
Alle erfelijke eigenschappen van een persoon
17
Q
Nurture
A
Alle ervaringen die een persoon opdoet
18
Q
Holistisch
A
Alle aspecten van een persoon veranderen samen en integreren met elkaar
