H1 begrippen Flashcards

(52 cards)

1
Q

composiet

A

Mix van materialen om betere materiaaleigenschappen te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dichtheid

A

Massa van een stof of materiaal per eenheid van volume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

elektrische geleidbaarheid

A

Mate waarin stoffen en materialen elektriciteit geleiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

fase

A

toestand waarin een stof zich bevindt: vast, vloeibaar of gasvormig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

grondstoffen

A

Stoffen die nodig zijn om synthetische materialen te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hernieuwbare grondstof

A

Een grondstof die niet opraakt, meestal van biologische oorsprong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hydrofiel

A

Water absorberend/ oplosbaar in water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hydrofoob

A

Water afstotend / niet oplosbaar in water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kookpunt

A

Temperatuur waarbij een stof kookt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kunststof

A

Synthetisch materiaal dat (voornamelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

materiaal eigenschappen

A

eigenschappen van een materiaal, zoals hardheid, dichtheid en elektrische geleidbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Natuurlijke materialen

A

Materialen van natuurlijke oorsprong, zoals been, hout & steen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

oplosbaarheid

A

mate waarin stoffen oplossen in een vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

smeltpunt

A

temperatuur waarbij een stof smelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

stofeigenschappen

A

Eigenschappen van een zuivere stof, zoals dichtheid, kookpunt en smeltpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

synthetische materialen

A

materialen die je met chemische processen uit grondstoffen moet maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

warmtegeleidbaarheid

A

Mate waarin stoffen en materialen warmte geleiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

deeltjesmodel

A

De theorie die ervan uitgaat dat alle stoffen zijn opgebouwd uit een bepaald type moleculen die samen de eigenschap van een stof bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

macroniveau

A

Het niveau waarop je kunt waarnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

microniveau

A

Het niveau van moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

model

A

een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid

22
Q

molecuul

A

de kleinste deeltjes waaruit (moleculaire) stoffen bestaan. Elke druppel bestaat uit heel veel moleculen.

23
Q

Gasmengsel

A

Homogeen mengsel van gassen

24
Q

heterogeen mengsel

A

hierin komen grote groepen samengeklonterde moleculen voor

25
Homogeen mengsel
bevat uitsluitend losse moleculen
26
kooktraject
temperatuurgebied waarin een mengsel kookt
27
Massapercentage: formule= massa stof : massa mengsel x100%
de massaverhouding waarin een stof in een mengsel voorkomt, uitgedrukt in procent
28
mengsel
hierin zitten meerdere zuivere stoffen gemengd en komen dus meerdere soorten moleculen voor
29
nevel
gas waarin druppeltjes van andere vloeistof zweven. Elke druppel bestaat uit heel veel moleculen.
30
oplosmiddel
de vloeistof in een oplossing
31
oplossing
Vloeistof waarin een andere stof aanwezig is. Deze stof is in losse moleculen uit elkaar gevalen
32
rook
gas waarin brokjes van een vaste stof zweven. Elk brokje bestaat uit heel veel moleculen
33
samenstelling
geeft in een mengsel aan in welke verhoudingen stoffen in dat mengsel voorkomen
34
smelttraject
temperatuurgebied waarin een mengsel smelt
35
suspensie
vloeistof waarin brokjes van een vaste stof zweven. Elk brokje bestaat uit heel veel moleculen.
36
volumepercentage: formule= Volume stof : volume mengsel x 100 %
de volumeverhouding waarin een stof in een mengsel voorkomt, in procent uitgedrukt.
37
zuivere stof
stof die op microniveau één soort moleculen bevat
38
adhesie
Aanhechtingsvermogen van een stof aan een adsorptiemiddel
39
adsorberen/adsorbtie
scheidingsmethode gebaseerd op verschil in aanhechtingsvermogen
40
adsorbtiemiddel
Vaste stof waaraan aan stof kan adsorberen
41
afschenken
Het voorzichtig overschenken van een vloeistof zonder dat de vaste deeltjes meekomen
42
bezinken
scheidingsmethode gebaseerd op verschil in dichtheid
43
centrifugeren
Scheidingsmethode waarbij door een snel draaiende beweging het bezink- of filtratieproces kan worden versneld
44
destillaat
vloeistof die wordt opgevangen na destillatie
45
destilleren / destillatie
scheidingsmethode gebaseerd op verschil in kookpunt
46
extractiemiddel
de vloeistof waarin een stof uit een mengsel kan worden opgelost
47
extraheren / extractie
Scheidingsmethode gebaseerd op verschil in oplosbaarheid, waarmee je stoffen uit een mengsel oplost in een extractiemiddel
48
filtraat
oplossing of vloeistof die door het filter is gegaan bij een filterproces
49
filtreren/filtratie
scheidingsmethode gebaseerd op verschil in deeltjesgrootte
50
indampen
scheidingsmethode gebaseerd op verschil in kookpunt
51
residu
gedeelte van het mengsel dat in het filter achterblijft na filtratie of dat er achterblijft bij destillatie
52
scheidingsmethode
manier waarop je stoffen van elkaar kunt scheiden