h1 begrippen para 1 t/m 4 Flashcards

(30 cards)

1
Q

graniet

A

stollingsgesteente dat gekenmerkt wordt door vlekjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

heuvelland

A

gebied met een hoogte tussen 200 en 500 meter of meer boven zeeniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hooggebergte

A

gebied met een hoogte van 1500 meter of meer boven zeeniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

laagland

A

vlak gebied met een hoogte onder de 200 meter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

stollingsgesteente

A

gesteente dat ontstaat wanneer vloeibaar magma stolt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

middelgebergte

A

gebied met een hoogte tussen 500 en 1500 meter of meer boven zeeniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sedimentgesteente

A

gesteente dat ontstaat wanneer lagen sediment worden samengeperst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

chemische verwering

A

verwering waarbij de samenstelling van het gesteente verandert als gevolg van de werking door zuurstof en vocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zandsteen

A

sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperst zand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kalksteen

A

gesteente dat ontstaat door het samenpersen van kalkhoudende resten van zeedieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

mechanische verwering

A

verwering waarbij gesteente verbrokkelt, bijvoorbeeld door werking van planten en bomen, zonder dat de samenstelling veranderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

reliëf

A

hoogteverschillen in het landschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verwering

A

het verbrokkelen van gesteente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vorstverwering

A

verwering waarbij gesteente breekt doordat water in de spleten van het gesteente bevriest en weer ontdooit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bovenloop

A

het begin van de rivier, oftewel het bovenste deel dat meestal in de bergen stroomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

erosie

A

de uitschurende werking van stromend water, wind of ijs

15
Q

klei

A

microscopisch kleine korreltjes die ontstaan als gevolg van verwering

16
Q

puinhelling

A

helling die bestaat uit verbrokkelt gesteente

17
Q

zand

A

de kleine korreltjes gesteente die nog met het blote oog te zien zijn en ontstaan door verwering

17
Q

massabeweging

A

het langs een helling naar beneden bewegen van gesteente onder invloed van zwaartekracht

18
Q

benedenloop

A

het laagste deel van de rivier, net voordat het water de zee instroomt

19
Q

delta

A

nieuw land in zee dat ontstaat door sedimentatie op de plek waar een rivier in de zee uitmond

19
Q

duin

A

door wind opgewaaide zandheuvel

20
Q

laagvlakte

A

vlak gebied met een hoogteligging onder de 500 meter

20
estuarium
trechtervormige riviermonding ontstaan als gevolg van een sterke getijdenwerking
21
middenloop
het middelste deel van de rivier(tussen de bovenloop en benedenloop)
22
schalie
sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperste klei
23
sedimentatie
het blijven liggen van verbrokkelt gesteente
24
strand
de grens tussen land en water waar zand zich ophoopt
25
zandbank
ondiepe plaats in zee