H11 Flashcards

(29 cards)

1
Q

Stralingsvermogen

A

hoeveelheid energie per tijdseenheid van deze straling (van sterren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kwadratenwet

A

bestraalde oppervlakte neemt toe met het kwadraat van de afstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Intensiteit

A

stralingsvermogen dat per oppervlakte-eenheid wordt ontvangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zonneconstante

A

gemiddelde intensiteit van de elektromagetische straling die vanaf de zon de aarde bereikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Astronomische eenheid AE

A

gemiddelde afstand van het midden van de aarde tot het midden van de zon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stralingsspectrum

A

straling die een ster uitzendt weergegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Planckkromme

A

stralingsspectrum met een piek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wet van Wien

A

golflengte van het stralingsmaximum in de planckkromme is omgekeerd evenredig met de absolute temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uitgezonden vermogen

A

oppervlakte temperatuur bepaalt hoeveelheid stralingsenergie die de ster per tijdseenheid uitzendt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gravitatieconcentratie

A

dichtheid gas- en stofwolken neemt toe wanneer massa in wolk samenklontert onder invloed van gravitatiekracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Protoster

A

gasbol die ontstaat bij samenklontering voldoende massa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rode reuzen

A

sterren met massa tot 10 zonmassa’s, relatief lage temperatuur en grote diameter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Witte dwerg

A

Ontstaan uit rode reuzen, kleine diameter en hogere temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Superreuzen

A

sterren met massa van meer dan 10 zonmassa’s, lage temperatuur en grote diameter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Supernova

A

exploderende ster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Neutronenster

A

lichtere superreuzen met massa’s tot 20 zonmassa’s

17
Q

Zwart gat

A

zwaardere reuzen, hemellichaam waarvan zwaartekrachtveld zo sterk is dat het zelfs licht kan vangen

18
Q

HR-diagram

A

classificatie van sterren aan de hand van temperatuur en lichtsterkte

19
Q

Emissiespectrum

A

spectrum dat een stof uitzendt

20
Q

Continu spectrum

A

bij hoge temperaturen alle kleuren van licht uitgezonden

21
Q

Lijnenspectrum

A

alleen licht met specifieke golflengten, dus specifieke kleuren, uitgezonden

22
Q

Absorbtiespectrum

A

omgekeerde emissiespectrum

23
Q

Spectraalanalyse

A

analyseren licht sterren

24
Q

Fraunhogerlijnen

A

zwarte lijnen door absorptie zonlicht in buitenste lagen zon

25
Aangeslagen grondtoestand
wanneer elektron zich op een hoger energieniveau bevindt
26
Dopplereffect
de frequentie die afkomstig is van een bewegende bron, verandert
27
Roodverschuiving
voor ster die van de waarnemer af beweegt, zijn absorptielijnen richting rode deel spectrum verschoven
28
Blauwverschuiving
ster die naar waarnemer toe beweegt
29
Radiale snelheid
snelheid waarmee een ster van ons af beweegt of naar ons toe