h2 Flashcards

(29 cards)

1
Q

Wat gebeurd er bij een chemische reactie?

A

De beginstoffen verdwijnen en er ontstaan nieuwe stoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn atomen?

A

Atomen zijn bouwstenen van de moleculen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een synoniem voor atoomsoorten?

A

Elementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit bestaat een atoomsymbool?

A

Eén of twee letters waarbij de eerste altijd een hoofdletter is en de tweede altijd een kleine letter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat laat een molecuulformule zien?

A

Welke atoomsoorten er aanwezig zijn en hoe vaak zee voor komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een element?

A

Een stof waarvan de moleculen betaan uit atomen van één atoomsoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een verbinding?

A

Stoffen die bestaan uit meer dan één atoomsoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn atoombindingen?

A

De atomen in een molecuul die met elkaar verbonden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een systematische naam?

A

Een andere naam voor een stof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is atoombalans?

A

Als er tijdens de chemische reactie geen atomen verloren gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er in een reactievergelijking?

A

Er wordt laten zien welke stoffen er aan de reactie deelnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn coëfficiënten?

A

De cijfers voor de reactievergelijking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een reactie schema?

A

De weergave van een chemische reactie, uitgedrukt in woorden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een ontleedbare stof?

A

Een verbinding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een niet-ontleedbare stof?

A

Een element.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is thermolyse?

A

Is een ontledingsreactie door middel van warmte.

17
Q

Wat is een ontledingstemperatuur?

A

De minimale temperatuur waarbij een stof ontleedt.

18
Q

Wat is fotolyse?

A

Een ontledingsreactie door middel van licht.

19
Q

Wat is elektolyse?

A

Een ontledingsreactie door middel van elektrische energie.

20
Q

Wat is een synthese reactie?

A

Een vorm van een chemische reactie.

21
Q

Wat gebeurt er bij een synthese reactie?

A

Vormt uit de beginstoffen een gewenst reactieproduct.

22
Q

Wat is een verbrandingsreactie?

A

Een reactie waardoor vuur ontstaat.

23
Q

Wat is een brandstof?

A

Een stof waardoor de verbranding kan reageren.

24
Q

Wat is de ontbrandingstemperatuur?

A

De laatste schakel tussen de andere twee voorwaarden

25
Wat is oxide?
Een ontleedbare stof waarvan de moleculen.
26
Wat is een volledige verbranding?
Als er genoeg zuurstof bij een verbranding is.
27
Wat is een onvolledige verbranding?
Als er te weinig zuurstof bij een verbranding is.
28
Wat doe je bij een aantoning reactie?
Het aantonen van een stof, maak gebruik van reagens.
29
Wat is reagens?
Reagens is een stof waarmee je de aanwezigheid van een andere stof via een zichtbare reactie kunt aantonen.