H2 Flashcards
(29 cards)
De aangifte
Officiële melding aan de overheid van bv een geboorte (bij de burgerlijke stand), belanstingsopgave (bij de belastingsdienst) of misdaad (bij de politie).
Aanhouden
- Arresteren en meenemen naar het politiebureau.
- Iemand op straat tegenhouden om bv iets te vragen.
- Doorgaan met hetzelfde.
Aftroggelen
Iemand dwingen jou iets te geven.
Betreffende
- Bedoelde.
- Met betrekking tot.
De computervredebreuk
Inbreken op een computer, hacken.
Constateren
Vaststellen
De contanten
Geld zoals bankbiljetten of munten, cash.
De crimineel
Misdadiger
De dagvaarding
Oproep om voor de rechtbank te verschijnen.
De getuige
- Iemand die een gebeurtenis heeft gezien en daarover in de rechtbank vertelt.
- De persoon die officieel aanwezig is bij een huwelijk.
De officier van jestitie
Persoon die tijdens een rechtszitting de overheid vertegenwoordigd: Hij klaagt de verdachte aan en eist de straf.
Het Openbaar Ministerie (OM)
Deel van het Ministerie van veiligheid en justitie voor het opsporen en vervolgen van strafbare feiten.
Overboeken
Geld naar een andere bankrekening schrijven.
Phishing
Vorm van het internetfraude waarbij iemands persoonlijke gegevens worden achterhaald om diens geld te stelen.
De pintransactie
Betaling via een pincode.
De schikking
Afspraak waarmee een conflict wordt opgelost, soms in een rechtszitting.
Een straf opleggen
Een straf bevelen, verplichten tot het uitvoeren van een bepaalde straf.
Het strafbare feit
Feit of daad waar volgens de wet een straf op staat.
De taakstraf
Een door de rechter opgelegde werk- of leerstraf.
Terechtstaan
Als verdachte voor de rechter verschijnen.
Uit naam van
Namens
De verdachte
Persoon waarvan wordt vermoed dat hij iets strafbaars heeft gedaan.
Verdenken
Vermoeden dat iemand iets verkeerds heeft gedaan.
Vervolgen
- Iemand opsporen om voor de rechter te laten komen.
- (Na een pauze) blijven doen.