H2 Flashcards

(22 cards)

1
Q

Wat houdt rechercheren in

A

Het opnieuw of verder zoeken naar informatie, welke te maken heeft met strafbare feiten en de plegers alsmede het bewijsmateriaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het doel van informatie vergaring

A

Het verzamelen van gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Controleren

A

Je moet de verkregen informatie controleren, indien de verkregen informatie niet betrouwbaar is dien je een dubbelcheck te doen bij een instantie of een ander persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Signaleren

A

Het bekend maken van gegevens of onrechtmatigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Observeren

A

Het open zetten van ogen en oren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke observatie mogelijkheden heb je

A

Statisch en dynamisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt statische observatie in

A

Het gadeslaan van personen en of goederen vanuit een vaste positie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is dynamische observatie

A

Het volgen van personen of goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is directe observatie

A

Observeren met je zintuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is indirecte observatie

A

Observeren met technische apparatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Analyseren

A

Het ordenen van gegevens en verbanden leggen. Als je dit verkeerd doet kan een onderzoek de verkeerde kant op gaan en je bent dan ook niet objectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rapporteren

A

Het schriftelijk vastleggen van hetgeen wat onderzocht is of wat is ontdekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het doel van rapporteren

A

Het schriftelijk kenbaar maken welke stappen er zijn ondernomen en welke informatie men heeft verkregen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke maatregelen kan je treffen aan de hand van een rapportage

A

Preventieve en repressieve maatregelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn preventieve maatregelen

A

Dit zijn maatregelen die de kans op schade of onveilige situaties voorkomen, verkleinen of wegnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke preventieve beveiligings maatregelen kan je treffen

A
  • camera’a plaatsen
  • toegangscontrole houden
  • elektronische alarmsysteem plaatsen
  • surveilleren over het terrein of in het gebouw
  • visiteren
  • brandblusser of ehbo materialen plaatsen
  • gegevens rubriceren
  • zand strooien bij gladheid
17
Q

Preventief handelen

A

Wanneer er correcties plaatsvinden aan de hand van de genomen beveiligingsmaatregelen

18
Q

Waaruit kunnen preventieve handelingen voortkomen

A

Instructies, eigen waarneming of melding van derden

19
Q

Repressieve maatregelen

A

Zijn handelingen die achteraf de schade of onveilige situaties beperken of doen opheffen (onderdrukken)

20
Q

Voorbeelden van repressief handelen

A
  • blussen van kleine brand
  • ontslag medewerken na diefstal van onderneming
  • alarmeren politie of brandweer
  • ehbo verlenen
  • aanhouding op heterdaad
21
Q

Handeling die voorkomt uit preventieve maatregel

A

Zijn ter voorkoming van schade

22
Q

Handelingen die voortkomen uit repressieve maatregelen

A

Zijn ter beëindiging of beperking van de schade