H2 Begrippen Flashcards

(37 cards)

1
Q

Atoomnummer

A

Aantal protonen

Linksonder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Massagetal

A

Protonen+neutronen

Linksboven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Isotopen

A

Atomen met hetzelfde atoomnummer maar een ander massagetal
Ander aantal neutronen
Staan op dezelfde plek in periodiek systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Element

A

Stof die uit 1 atoomsoort bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Groep 1
Groep 2
Groep 17
Groep 18

A

Alkalimetalen
Aardalkalimetalen
Halogenen
Edelgassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ion

A

Deeltje met een alding
Positief: minder e-
Negatief: meer e-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Lading staat rechtsboven het symbool

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kerndeeltjes blijven altijd hetzelfde

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Elektrovalentie

A

Elektrische lading van een ion

Aantal elektronen dat een atoom kan opnemen/afstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Elektrovalentie
Metalen
Niet-metalen

A

Metalen: altijd positief - metaalnaam+ion

Niet-metalen: meestal negatief - atoomnaam+ide-ion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Elektronen bewegen in zeer hoge snelheid in hun baan

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Valentie-elektronen

A

Elektronen in de buitenste schil van een elektron die de meeste wisselwerking van andere dichtbijzijnde atomen ondervinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Atomen uit dezelfde groep hebben dezelfde elektrovalentie en de chemische eigenschappen komen sterk overeen

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Octetregel

A

Atomen streven dooe afstaan/opnemen naar een achtomringing, octet, 8 elektronen in de buitenste schil (edelgas)
Edelgasconfiguratie
Helium is ook stabiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Soorten ionen

A

Enkelvoudige ion - 1 atoom

Samengestelde ion - meerdere atomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Eenheid atoommassa

A

Atomaire massa-eenheden

u

17
Q

1 u = …kg

A

1,66 x 10^-27

18
Q

Relatieve atoommassa

A

Geeft aan hoevel groter de andere atomen zijn

1/12 C-12

19
Q

Gewogen gemiddelde Ar

A

Gewogen gemiddelde van een grote hoeveelheid atomen van dezelfde soort
Hangt af van: massa’s isotopen en %waarin verschillende isotopen voorkomen

20
Q

Massa ion is gelijk aan massa waaruit het ion is ontstaan

21
Q

Moleculaire massa ?

A

Is gelijk aan de som van de atoommassa’s van de atomen in het molecuul

22
Q

Soorten getallen

A

Meetwaarden - bepaalde nauwkeurigheid
Telwaarden - oneindige nauwkeurigheid

Telwaarden spelen geen rol in afronden

23
Q

Afrondregels

A
  1. Optellen en aftrekken - evenveel decimalen als het kleinste
  2. Vermenigvul en delen - evenveel sign. C. als kleinste
24
Q

Significante cijfers

A

Een cijfer met betekenis voor nauwkeurigheid

Nullen links van het getal niet, die zeggen iets over grootheid

25
Grootheid
Gegeven verschijnsel dat meetbaar is
26
Eenheid
Staat achter getalwaarde
27
SI
Internationaal stelsel van grondeenheden en basisgrootheden | Binas tabel 3a en 4
28
Afgeleide eenheden
M/s is van m en s | M3 is van m
29
Voorvoegsels eenheden
``` Mega - M - 10^6 Kilo - k - 10^3 Milli - m - 10^-3 Micro - μ - 10^-6 Nano - n - 10^-9 ```
30
1 mol = .....deeltjes
6,02214x10^23 | Binas tabel 7a
31
Molaire massa M
Gram/mol
32
Soorten atoommodellen
Dalton: massief bolvormig Rutherford: elektronenwolk, kern n + p* Bohr: elektronenschillen VEEL LEGE RUIMTE
33
Alkalimetalen
Reageren boven -> beneden steeds heftiger Zonder water 1 elektron in de buitenste schil
34
Aardalkalimetalen
Reageren minder heftig en niet met water
35
Halogenen
In natuur als twee-atomige moleculen | Reageren erg makkelijk met metalen
36
Edelgassen
Zeer weinig reactiviteit
37
Periode 1, 1 schil Periode 2, 2 schillen Periode 3, 3 schillen Etc
.