H3 Flashcards

(34 cards)

1
Q

Een bestuursvorm waarbij 1 persoon, 1 partij of groepering nagenoeg alle macht in handen heeft

A

Dictatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dictators proberen hun image te verbeteren door prestigeprojecten

A

Personencultus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Meest zuivere vorm van een dictatuur waarbij 1 leider alle macht in handen heeft

A

Autocratie (persoonlijke dictatuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanner de macht in handen van 1 partij is

A

(Institutionele dictatuur) eenpartijstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer het leger de macht van de zittende regering overneemt

A

Militaire dictatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer de greep van de overheid op de samenleving verslapt

A

Machtsvacuüm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer de overheid te zwak is om controle over het gebied te bewaren

A

Krijgsheren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Macht ligt in handen van de geestelijken

A

Clerocratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bestuursvorm waarbij het staatshoofd door erfopvolging wordt aangeduid
(Komt van ‘monos’ (alleen) en ‘archein’ (heersen)

A

Monarchie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hierbij heeft de koning alle macht, geen grondwet of document dat zijn macht inperkt

A

Absolute monarchie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een bestuursvorm waarbij een absolutistische monarch beslissingen neemt ten voordele van het volk of wat hij denkt dat in het voordeel van het volk is

A

Verplichte despotisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer de rechten, plichten en taken van de koning duidelijk worden omschreven in de grondwet

A

Constitutionele monarchie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het zijn doorgaans communistische staten die evolueren naar een klassenloze maatschappij. De macht ligt bij het politbureau van de communistische partij en niet bij het volk

A

Volksrepubliek ( socialistische republieken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Deze republieken zijn niet democratisch. Zetten democratisch in naam maar hebben op dat vlak iets goed te maken

A

Democratische republiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Staat per staat duiden leden van elke politieke partij afzonderlijk de gedelegeerde aan die uiteindelijk de presidentskandidaat voor hun partij zullen kiezen tijdens een nationaal congres

A

Voorverkiezingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De dag waarop de eigenlijke presidentsverkiezingen plaatsvinden. Kiezer stemt op voorkeurskandidaat. Meestal meerderheidsstelsel

17
Q

Hieraan bestaan wettelijke regels die zowel gelden voor onderdanen als voor de overheid. Een rechtstaat aanvaard het recht als hoogste gezag

18
Q

Een staatsvorm waarin de regering een verantwoordelijkheidsplicht heeft te opzichte van de volksvertegenwoordiger en waarin de regering slechts de bevoegdheden mag uitoefenen waartoe zij gemachtigd is door wettelijke bepalingen

A

Democratische rechtsstaat

19
Q

Stelt algemene regels op voor de organisatie van de samenleving en controleert de uitvoerende macht

A

Wetgevende macht

20
Q

Deze organiseert het dagelijks bestuur en zorgt ervoor dat de regels in concrete bestuursmaatregelen worden omgezet

A

Uitvoerende macht

21
Q

Deze beslist verschillen bij de toepassing van de algemene en concrete regels

A

Rechterlijke macht

22
Q

Meest oorspronkelijke vorm van democratie: het volk, meestal beperkt tot de burgers, bepaald zelf de regels. Er moeten geen volksvertegenwoordigers gekozen worden

A

Rechtstreekse of directe democratie

23
Q

Hierin laten de burgers zich vertegenwoordigen door volksvertegenwoordigers. Die onderhandelen de wetten en verdedigen daarbij de belangen van hun kiezers

A

Representatieve of indirecte democratie

24
Q

Een representatieve democratie waarbij de door het volk gekozen vertegenwoordigers samen een parlement vormen dat de wetgevende macht in handen heeft

A

Parlementaire democratie

25
Representatieve democratie waarbij de overheid inspanning levert om alle lagen van de bevolking de mogelijkheid te bieden een zinvolle bijdrage te leveren aan het besluitsvormingsproces door informatievergadering, overleg en de uitwisseling van argumenten, petities en referenda
Participatieve of deliberatieve democratie
26
Democratie waarbij politieke partijen veel macht hebben. Ze bepalen in grote mate wie er in het parlement zit, zetelen en sturen het handelen van de volksvertegenwoordigers en ministers
Particratie of partijendemocratie
27
Dit is het gebied waarin dezelfde kieslijsten aan de kiezers worden voorgelegd
Kiesringen
28
Een plaats in het parlement die wordt toegewezen aan verkozen volksvertegenwoordigers
Zetels
29
Bevat de naam, geboortedatum en adres van al wie mag gaan stemmen
Kiezerslijst
30
Dat je voor de partij kiest en dat je niet zozeer voor het bolletje te kleuren naast de naam van de kandidaat
Lijststem
31
Stemmen om 1 persoon
Voorkeur of naam stem
32
Georganiseerd door de overheid om bevolking rechtstreeks inspraak te geven bij concreet voorstel. Bij referenda rechtstreekse democratie
Referenda
33
Door de overheid georganiseerd. Bevolking krijgt rechtstreeks inspraak bij concreet voorstel. Overheid houd er rekening mee
Volksraadpleging
34
Grote bedrijven en middenveldgroepen proberen invloed uit te oefenen op beleidsmakers door lobbying. Lobbyisten verdedigen bedrijfsbelangen
Lobbying