H3 Flashcards

(33 cards)

1
Q

benoem mannelijk en vrouwelijk voortplantingsstelsel op een afbeelding

A

zie boek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

benoem mannelijke en vrouwelijke voortplantingscel

A

-zaadcel
-eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

benoem primaire en secundaire geslachtskenmerken

A

het begint biij de pubertijd
vrouwen
-bredere heupen
-borsten

mannen
-baardgroei
-spiertoename
-lagere stem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

geef een voorbeeld van primaire geslachtskenmerken

A

ze zijn aanwezig sins de geboorte
-geslachtsdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geef de naam van het vrouwelijk en mannelijk geslachtshormoon

A

man
-testosteron

vrouw
-oestrogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geef de volledige geven van FSH en LH

A

follikelstimulerend hormoon (FSH)
luteïniserend hormoon (LH)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke klier maakt FSH en LH aan

A

hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar ligt de hypofyse

A

in de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer is de testosteron het hoogste bij de man?

A

in de ochtend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ja kan aangeven effect van testosteron is op de productie van FSH en LH en of dit om positieve of negatieve feedback gaat

A

-neg feedback
-er word minder fsh aan gemaakt en lh–> testosteron daalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar worden zaadcellen en testosteron aan gemaakt

A

teelballen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

geef twee functies van testosteron

A

-helpt met aanmaak van zaadcellen
-en helpt de aanmaak van secundaire geslachtsdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waar in het lichaam rijpen de eicellen

A

eierstokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een follikel

A

het is een blaasje waar de eicel in rijpt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welk hormoon verantwoordelijk is voorantwoordelijk voor de rijping van follikels

A

FSH follikel stimulerend hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welk hormoon produceert de follikel

17
Q

wat is het effect van hoge oestrogeenconcentratie op de productie van FSH en of dit om negatieve of positieve feedback gaat

A

-aanmaak van fsh door de hypofyse wordt geremd. daarom rijpt er er geen tweede eicel
-neg feedbacksysteem

18
Q

geef twee functies van oestrogeen

A

-het zorgt voor de ontwikkeling van secundaire geslachtsdelen
-zorgt dat de LH toe neemt

19
Q

wat het effect is van een hoge oestrogeenconcentratie op de productie van LH en of dit om negatieve of positieve feedback gaat

A

-lh neemt toe
-positief feedback systeem

20
Q

wat is de functie van LH

A

het zorgt voor de eiersprong

21
Q

wanneer onstaat het geel lichaam en welke twee hormonen het produceert

A

-progesteron en oestrogeen
- 18 de dag van de cyclus

22
Q

wat is het effect van oestrogeen en progesteron op baarmoeder

A

stimuleren aanmaak van baarmoederslijmvlies

23
Q

wat gebeurt er met het geel lichaam indien er geen zwangerschap en wel een zwangerschap is

A

-indien geen zwangerschap
het geel lichaam verschrompelt sterft langzaam af

-indien wel zwangerschap
het geel blijft in stand en blijft progesteron afgeven

24
Q

wat is menstruatie

A

het is baarmoederslijmvlies dat afbreekt omdat er geen bevruchting is plaats gevonden.

25
bespreek aan- of afwezigheid van het geel lichaam op het baarmoederslijmvlies
-als het er is dan verdikt het baarmoerderslijmvlies -zo niet baarmoederslijmvlies breekt af komt de menstruatie.
26
geef een synoniem voor eisprong
ovulatie
27
welke dag van de cyclus vind de eisprong plaats
14 de dag
28
hoe lang duurt de gemiddelde menstruele cyclus
5 dagen
29
benoem overzicht van de menstruele cyclus
(zie extra blad)
30
hoe komt dat er geen tweede eicel gaat rijpen
follikel produceert oestrogeen --> daalt de FSH-productie --> geen nieuwe eicel
31
noem twee functies van progesteron op
-houd het baarmoederslijmvlies in stand. -
32
waarom kan een vrouw niet zwanger worden worden door een combinatiepil
de combinatiepil bevat veel oestrogeen progesteron en daar door onstaat er geen ovulatie meer.
33
wat is endometriose
dit is een ziekte dat er baarmoederslijmvlies word aan gemaakt aan de buitenkant van de baarmoeder.