H3: Anorganische Stoffen Flashcards
(34 cards)
1
Q
Soorten oxide:
A
Metaaloxide, niet metaal oxide
2
Q
Metaaloxide:
A
Als er een metaal voor staat
3
Q
Niet metaal oxide
A
Als er geen metaal voor staat
4
Q
Formule metaal oxide:
A
MxOy
5
Q
Niet metaal oxide fotmule:
A
nMxOy
6
Q
Voorbeel metaal oxide:
A
CaO, MgO2, K2O, Al2O3
7
Q
Voorbeeld niet metaal oxide:
A
N2O, Ca(OH)2, P2O5
8
Q
Formule hydroxide:
A
M(OH)x
9
Q
Voorbeeld Hydroxide
A
Al(OH)3, Ca(OH)2, KOH
10
Q
Soorten zuren:
A
Binair zuur, Ternair zuur
11
Q
A
.
12
Q
Binair zuur formule
A
HxnMy
13
Q
Ternary zuur
A
Hx(nMO)y
14
Q
Voorbeelden Binair zuur
A
HCl, H2S, HF, HI, HBr
15
Q
Uitzondering binair zuur
A
H2O
16
Q
Voorbeeld Ternair zuur
A
H2SO4, HNO3, H2CO3, H3PO4
17
Q
Soorten zout
A
Binair zout, ternair zout
18
Q
Formule binair zout
A
MxnMy
19
Q
Formule Ternair zout
A
Mx(nMO)y
20
Q
Voorbeeld Binair zout
A
FeCl3, MgI2, NaCl, FeS
21
Q
Voorbeeld ternair zout
A
CaCO3, MG(NO3)2, Ag2CO3
22
Q
Cl:
A
Chloride
23
Q
F:
A
Fluoride
24
Q
I
A
Jodide
25
Br
Bromide
26
S
Sulfide
27
NO3
Nitraat
28
CO3
Carbonaat
29
PO4
Fosfaat
30
SO4
Sulfaat
31
NH4
Ammonium
32
OH
Hydroxide
33
H2O=
Water, hydroxide
34
NH3=
Ammoniak, hydroxide
