H4 Flashcards
(25 cards)
wat is staatsvorming
De institutionalisering van politieke macht tot een staat
institutionalisering
Het proces waarbij een complex van waarden en min of meer geformaliseerde regels vastgelegd wordt in standaard gedragspatronen die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren
belastingmonopolie
De overheid heeft het alleen recht om burgers te verplichten belasting te betalen
politieke macht
het vermogen om de politieke besluitvorming te beïnvloeden
formele macht
afspraken die zijn vastgelegd in wetten en regelgeving
geweldsmonopolie
De overheid is de enigste die legaal (op basis van de wet) geweld mag gebruiken om de openbare orde te handhaven
machtsevenwicht
twee actoren hebben ongeveer even veel macht. zij kunnen hun wil niet opleggen aan de ander
machtsongelijkheid
twee actoren hebben niet evenveel macht
machtsoverwicht
wanneer er machtsongelijkheid is binnen een staat. een bevolkingsgroep wil via de overheid hun wil opleggen aan een andere groep
machtsvacuüm
de regering kan de geweldsmonopolie niet meer uitoefenen of de burgers zien de macht van de overheid niet meer als legitiemm
Interne soevereiniteit
- het hoogste gezag regeert
- binnen een bepaald grondgebied valt
- de geweldsmonopolie en belastingmonopolie bezit
externe soevereiniteit
- het staatsgezag is niet ondergeschikt aan het gezag van een andere staat
- andere staten erkennen dat het staatsgezag het hoogste gezag over de bevolking op dat grondgebied heeft.
democratisering
het proces van verandering van de macht- en gezagsverhouding en door grotere inspraak en medezeggenschap van degene met minder macht
rationalisering
het proces van het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid met als doel haar voorspelbaar en beheersbaar te maken en van het doelgericht inzetten van middelen om zo efficiënt en effectief mogelijk resultaten te bereiken
politieke socialisatie
het proces van overdracht en verwerving van de politieke cultuur van de groep(en) en samenleving waar mensen aan toe behoren
politieke cultuur
het geheel van politieke relevante tradities, kennis, opvattingen en oordelen die kenmerkend zijn voor een land, maar ook voor groepen daar binnen en voor groepen/ organisaties die landsgrenzen doorkruisen
participatie bereidheid
de mate waarin mensen bereid zijn om mee te doen
harmoniemodel
-consensus
-poldermodel (vorm van consensus)
-nederland
conflictmodel
-strijdmiddelen
-frankrijk
-stakingen
consensus
overeenstemming binnen een groep
poldermodel
het Nederlandse consensus model waarin overheid, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbende overleggen en tot overeenstemming komen over vraagstukken van algemeen belang
ideologie
een samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden over de meest wenselijke maatschappelijke en politieke verhoudingen
politieke ideologie
een samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden over de meest wenselijke maatschappelijke en politieke verhoudingen die in de politiek worden uitgedragen
politieke dimensies
- links/rechts
- progressief/conservatief
- post-materialistisch/materialistisch