H4 aandoeningen aan het bewegingsapparaat: osteoporose, sarcopenie en artrose Flashcards
(42 cards)
osteoporose
verlies van botmassa en botstructuur, waardoor het risico op fracturen vergroot.
Het komt voornamelijk voor bij ouderen. Polyfarmacie en comorbiditeiten zijn risico voor osteoporose, en vergroten gelijktijdig het valrisico.
4 belangrijkste fracturen bij osteoporose zijn
heup, pols, wervel, proximale humerus.
etiologie osteoporose
Bot is levend weefsel. Het wordt voortdurend opgebouwd en afgebroken. Tot je 30ste levensjaar wordt er meer aangemaakt dan afgebroken. Ze bereiken hun maximale botmassa, piekbotmassa. Rond je 40-50ste levensjaar wordt er meer afgebroken dan aangemaakt, de botmassa neemt af. Vanaf 50ste jaar verdubbeld fractuurrisico per tien jaar.
wat is nodig voor een goede botopbouw?
gezonde voeding, vitamine D, calcium en voldoende lichaamsbeweging nodig.
Geslacht, ras en gezondheidstoestand hebben ook effect op piekbotmassa.
waarom hebben vrouwen meer risico op osteoporose na de menopauze
vanwege afnemende oestrogenen
risicofactoren osteoporose
- Recente fracturen: vanaf 50 jaar is er een verhoogd risico op fracturen(2-5x zo hoog). Eerste twee jaar extra groot
- Verhoogde valneiging
- immobiliteit
- laag lichaamsgewicht: vet is een bron van oestrogenen, die botopbouw stimuleren. <60 kg of BMI van 20 of lager
- genetische factoren
- alcohol en roken
- glucocorticosteroïden
- secundaire oorzaken: andere ziekten
bij welke dosis en waarom vergroot het gebruik van glucocorticosterioden het risico op osteoporose
glucocorticosteroïden hebben een remmend effect op botopbouw en stimulerend op botafbraak.
Ook verminderen ze de opname van calcium in de darmen en verhogen ze de secretie in de nieren.
Ook veroorzaakt het spierzwakte.
Dit is bij een dosis van 7,5 mg per dag of meer.
FRAX-tool + alternatief
inschatting fractuurrisico wordt gemaakt aan de hand van FRAX-tool(fracture risk assement-tool), een risicotabel waarbij score 4 of hoger een verhoogd risico geeft
ipv FRAX kan de Garvan Fracture Risk Calculator gebruikt worden
diagnostiek osteoporose
Bij een risicoscore van 4 of meer of een recente fractuur wordt er een botdichtheidsmeting gemaakt.
DXA(dualenergy X-ray absorptiometry) hierbij wordt de botminerale dichtheid gemeten.
Gemeten bij de wervelkolom en heup(hals).
Deze score wordt vergeleken met de T-score(referentie waarden voor jongvolwassenen).
- T-score > - 1,0 (normaal)
- T-score tussen -1 en -2,5 is osteopenie(lage botdichtheid)
- T-score <-2,5 is osteoporose
Daarnaast wordt Lab onderzoek gedaan voor secundaire oorzaken
behandeling osteoporose
- Laag fractuurrisico : leefstijladviezen
- Matig fractuurrisico: leefstijladviezen, vit D en Z.N. calcium
- Hoog fractuurrisico: leefstijladviezen, vit D, Z.N. calcium en medicamenteuze behandeling osteoporose
5 leefstijladviezen voor osteoporose
- Voldoende lichaamsbeweging met bot belastende activiteiten(lopen, hardlopen, etc)
- Voldoende daglicht voor de vit D
- Gezonde voeding
- Stoppen met roken en overmatig alcoholgebruik
- 1.000 tot 1.200 mg calcium per dag(= 4x zuivelproducten)
medicatie osteoporose
- Middelen die botafbraak remmen:
bisfosfonaten
selectieve oestrogeenreceptormodulatoren
denosumab
- Anabole middelen die botopbouw stimuleren
- Middelen met gemengd effect
wanneer worden anabolen gegeven bij osteoporose
anabole middelen worden alleen gegeven als ondanks botafbraak remmende middelen er 3 fracturen zijn opgelopen, waarvan totaal 2 wervelfracturen.
sarcopenie
Sarcopenie is een aandoening die primair wordt veroorzaakt door ouderdom, ook bij de meeste gezonde ouderen.
De officiële definitie ontbreekt, maar het betekent letterlijk verlies van spiermassa/lage spiermassa.
sarcopenic obesity
Een lage spiermassa en hoge vetmassa
Dynapenic obesity
lage spierkracht en hoge vetmassa
7 oorzaken sarcopenie
- Ouderdom
- Kwalitatief verminderde spierstructuur: afname type-II-vezels, vetinfiltratie en verminderde spiercontractie
- Hormonen: afname geslachtshormonen en groeihormonen
- Neurologie: verminderde aansturen spieren(innervatie)
- Verminderde beweging
- Immunologie; chronisch verhoogde ontstekingsmediatoren
- IL-6(interleukine 6) - TNF-alfa(tumornecrosefactoralfa)
- Ongezonde voeding, waarbij;
- Vit D te kort
- Eiwit te kort
- Verhoogde suiker/vet
gevolgen sarcopenie
De gevolgen zijn functioneel, in de vorm van bijvoorbeeld verminderde mobiliteit, en op metabool niveau.
Dit zorgt voor een verminderde glucosehomeostase wat weer gelinkt is aan diabetes mellitus.
3 manieren voor het valide en reproduceerbaar meten van de spiermassa
DXA, CT en MRI.
DXA bij sarcopenie
dual energy X-ray absorptiometry
Wordt gebruikt om de vetmassa en de vetvrije massa te meten.
De vetvrije massa is opgedeeld in harde delen(de botmassa) en zachte delen(bind- en spierweefsel).
75% van de spiermassa zit in armen en benen, daarom worden die vaak onderzocht.
CT en MRI bij sarcopenie
dwarsdoorsnede spier. Deze methoden worden gebruikt om kleine veranderingen in de spier, 2-3%, te zien. Hierdoor kunnen ze goed zien of voeding-/beweeginterventies hebben geholpen
Spierbiopt bij sarcopenie
hiermee kunnen ze histologisch en chemisch onderzoek doen naar de samenstelling van de spier.
MR-spectroscopie bij sarcopenie
hiermee kunnen ze bepalen hoeveel lipiden de spier bevat en het spiercelmetabolisme.
hoe wordt de spierkracht gemeten bij sarcopenie?
met een dynamometer