h4 disease and medical treatment Flashcards

1
Q

puberteit als je ziek bent

A

andere tijd fysieke veranderingen, ouders overbeschermend, afhankelijker van anderen, schaamte, minder seksueel experimenteren, zorgen over minder lang leven of andere vruchtbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe beinvloedt ziekte seksualiteit

A

al bestaande seksuele moeilijkheden -> dreiging ziekte -> impact ziekte en therapieën op seksueel functioneren -> hoe individu/koppel reageert op ziekte -> individuele klinische seksuele problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

pre-existing problems

A

te weinig kennis, traumatische gebeurtenissen, seksuele dysfunctie, problemen lichaamsbeeld, conflicten koppel. oplossing: sex education, positieve seksuele ervaringen, coping met seksuele problemen, partner support

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dreiging ziekte

A

geslachtsbeschadiging, uiterlijke verandering, inmobiel of pijn, dysfunctie, dysregulatie hormonen, lading ziekte en medicijnen (incontinentie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

individuele respons

A

bang dood, vermindering functies, lichaamsbeeld, angst en depressie, distress partner, economische stress, stress door medisch systeem. oplossing: dood aankaarten en aanvaarden maar focus op leven, betekenis geven aan ziekte, optimisme, fighting spirit, accepteren van wat niet kan veranderen en focus op wat kan veranderen, sociale support

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

diabetes

A

erectie dysfunctie 35-75%, 10-15 jaar eerder dan mensen zonder diabetes. na 70 jaar 95% kans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

biopsychosociaal model

A

bio: leeftijd, hormonen, vasculaire
problemen, medicatie, alcohol
psycho: gevoel niet normaal zijn, prioriteiten veranderen, hoe denken over ziekte, angst voor seks, depressie
sociaal: situationele druk; scheiding; dood; werk stress, minder intimiteit, sociale isolatie, ineffectieve communicatie, prestatiedruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

HPV

A

meer dan 170 varianten, LrHPV: genitale wratten veroorzaken, HrHPV: kanker veroorzaken, meeste soorten leiden niet tot kanker. meestal binnen 2 jaar weg door immuunsysteem. eerste geen symptomen, later bloeding, afscheiding, bekkenbodempijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

behandeling baarmoederhalskanker

A

cryotherapie, cone biopsy, hysterectomy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

cryotherapy

A

extreme kou of laser om abnormale cellen te vernietigen, nog geen kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

cone biopsy

A

wegsnijden gedeelte baarmoederhals, nog geen kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

borstkanker

A

13000 vrouwen in 2020. 1 op 7 vrouwen. meest prevalente vorm kanker nederland. 61 jaar. 3000 dood. 87% overleefd 5 jaar. 77% overleefd 10 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

symptomen borstkanker

A

lump of verdikking die anders voelt, verandering grootte vorm uiterlijk borst, verandering huid zoals kuiltjesvorming, inverted nipple, pigment veranderd, roodheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

risicofactoren borstkanker

A

vrouw zijn, oudere leeftijd, alcohol, obesitas, al andere borstziektes of borstkanker in familie, genen: BRCA1 of BRCA2, radiatie in borstgebied, eerste menarche erg vroeg (jonger dan 12), ouder bij menopauze, later dan 30 eerste kind, nooit zwanger geweest, postmenopausale hormoon therapie (risico neemt af als mensen stoppen met medicatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

diagnose

A

mammogram, borst echo, biopsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

operatie

A

mastectomy: borst verwijderen. lumpectomy: tumor wegsnijden met schone randen.

17
Q

aanvullende therapie

A

radiotherapie, chemotherapie, hormoontherapie (alleen bij variant hormoongevoelige receptoren).

18
Q

COPD

A

progressieve ziekte waardoor moeilijker ademen. 75% rookt of heeft gerookt. geen genezing maar symptomen kunnen verlicht worden.

19
Q

biopsychosociaal copd

A

fysiek: comorbiditeit met cardiovaculair, 75% erectie problemen, benauwd, moe, aankomen, gist infectie door medicijnen
psycho: angstig voor kortademigheid, beschaamd, slecht zelfbeeld, depressief (medicijnen).
Sociaal: afhankelijk van partner, partner is bang dat stikken, afhankelijk van zuurstof

20
Q

quantum model

A

reactie lichaam zoals opgewonden of orgasme is een reflex. 2 drempelwaarden: opgewonden en orgasme. voor en na ziekte kan drempelwaarde anders zijn

21
Q

3 factoren die horen bij drempelwaarde

A
  1. hoe lichaam reageert op seksuele stimuli
  2. seksuele stimuli
  3. mentale factoren: gedachtes, gevoel, emoties.
22
Q

ED

A

erectiestoornissen