H4. Energie -en stofomzettingen in organismen Flashcards
(68 cards)
1
Q
Waaruit zijn organismen opgebouwd?
A
Organen, die gegroepeerd zijn in stelsels.
2
Q
Een stelsel is een groep van…
A
Organen, die samenwerken aan dezelfde taak.
3
Q
Hoe noem je het stelsel gekleurd in oranje?
A
Spijsverteringsstelsel
4
Q
Hoe noem je het stelsel gekleurd in blauw?
A
Ademhalingsstelsel
5
Q
Hoe noem je het stelsel gekleurd in roze?
A
Transportstelsel
6
Q
Hoe noem je het stelsel gekleurd in geel?
A
Uitscheidingsstelsel
7
Q
Hoe noem je het stelsel gekleurd in groen?
A
Voortplantingsstelsel
8
Q
Wat is een orgaan?
A
Verschillende weefsels die samenwerken aan dezelfde taak.
9
Q
Wat zijn organen 5, 15, 16 en 7 in de tekening?
A
- Bloedvaten (spieren)
- Lever
- Galblaas
- Maag
10
Q
Wat zijn organen 8, 17, 19 en 11 in de tekening?
A
- Twaalfvingerige darm
- Alvleesklier
- Rechter eierstok
- Apendix
11
Q
Wat zijn organen 1, 3, 4 en 2 in de tekening?
A
- Luchtpijp
- Bloedvaten (huid)
- Hart
- Linker long
12
Q
Wat zijn organen 6, 20, 12 en 9 in de tekening?
A
- Slokdarm
- Milt
- Dikke darm
- Dunne darm
13
Q
Wat zijn organen 10, 18, 13 en 14 in de tekening?
A
- Blinde darm
- Linker nier
- Endeldarm
- Aars
14
Q
Wat zijn organen 10, 18, 13 en 14 in de tekening?
A
- Blinde darm
- Linker nier
- Endeldarm
- Aars
15
Q
Welk stelsel is dit?
A
Beenderstelsel
16
Q
Welk stelsel is dit?
A
Transportstelsel
17
Q
Welk stelsel is dit?
A
Spierstelsel
18
Q
Welk stelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
19
Q
Welk stelsel is dit?
A
Spijsverteringsstelsel
20
Q
Welk stelsel is dit?
A
Zenuwstelsel
21
Q
Welk stelsel is dit?
A
Voortplantingsstelsel
22
Q
Welk stelsel is dit?
A
Uitscheidingsstelsel
23
Q
Wat zijn organen 1, 2 en 3? Hoe noemen we dit stelsel?
A
- Luchtpijp
- Linker long
- Middenrif
Het ademhalingsstelsel
24
Q
Wat zijn organen 4 en 5? Hoe noemen we dit stelsel?
A
- Hart
- Bloedvaten
Het transportstelsel
25
Wat zijn organen 6, 7, 8 en 9? Van welk stelsel zijn deze een onderdeel?
6. Slokdarm
7. Maag
8. Twaalfvingerige darm
9. Dikke darm
Een deel van...
Het spijsverteringsstelsel
26
Wat zijn organen 10, 14 en 15? Hoe noemen we dit stelsel?
10. Urineblaas
14. Linker nier
15. Urineleider
Het uitscheidingsstelsel
27
Wat zijn organen 11, 12, 13 en 16? Van welk stelsel zijn deze een onderdeel?
11. Blinde darm
12. Lever
13. Alvleesklier
16. Apendix
Een deel van...
Het spijsverteringsstelsel
28
Wat zijn organen 17, 18, 19 en 23? Hoe noemen we dit stelsel?
17. Linker eierstok
18. Eileider
19. Baarmoeder
23. Vagina / schede
Het voortplantingsstelsel
29
Wat zijn organen 20, 21 en 22? Van welk stelsel zijn deze een onderdeel?
20. Dunne darm
21. Endeldarm
22. Galblaas
Een deel van...
Het spijsverteringsstelsel
30
Hoe noem je het stelsel in groen? Welk orgaan hangt er aan vast?
Bladstelsel
Orgaan: Blad
31
Hoe noem je het stelsel in geel? Welk orgaan hangt er aan vast?
Stengelstelsel
Orgaan: Stengel
32
Hoe noem je het stelsel in bruin? Welk orgaan hangt er aan vast?
Wortelstelsel
Orgaan: Wortels
33
Wat is het verschil tussen macroscopisch en microscopisch?
(Geen examenvraag, een weetje)
Macroscopisch wil zeggen dat het groot genoeg is om met het blote oog te zien.
Microscopisch wil zeggen dat het zo klein is dat je een optisch instrument nodig hebt (bv microscoop).
34
Een orgaan is opgebouwd uit verschillende lagen en gebieden, ieder met hun eigen typische vorm en kleur. Hoe noem je zo'n gebied?
Weefsel
35
Weefsel bestaat uit verschillende hokjes en bolletjes. Hoe noem je deze hokjes en bolletjes?
Cellen
Deze hebben allemaal dezelfde functie.
36
Wat is een cel?
De kleinste bouwsteen van een levend organisme
37
Wat is weefsel?
Een groep van cellen met dezelfde vorm en functie.
38
Wat is een orgaan
Verschillende weefsels die samenwerken aan dezelfde taak
39
Wat is een stelsel?
Een groep organen die samenwerken aan dezelfde taak.
40
Wat is een organisme?
Alle stelsel die samen werken
41
Kan je de verschillende organisatieniveaus in de juiste volgorde zetten? Van macroscopisch naar microscopisch.
Organisme
Stelsels
Organen
Weefsels
Cellen
42
Plantaardige cel of dierlijke cel?
Dierlijke cel
43
Plantaardige cel of dierlijke cel?
Plantaardige cel
44
Plantaardige cel of dierlijke cel?
Plantaardige cel
45
Plantaardige cel of dierlijke cel?
Dierlijke cel
46
Waaruit bestaat plantaardige cellen?
- Celwand
- Celmembraam
- Cytoplasme
- Mithochondriën
- Celkern
- Een grote vacuole
- Enventueel bladgroenkorrels
47
Waaruit bestaan dierlijke cellen?
- Celmembraam
- Cytoplasme
- Mitochondriën
- Celkern
- Kleine vacuole
Dierlijke cellen hebben geen celwand en geen bladgroenkorrels!
48
Wat is de Celwand?
De buitenste laag van een cel. Ze zorgt voor de stevigheid van de cel en geeft ze een vaste vorm.
49
Wat is de Celmembraan?
Een zeer dunne laag die het cytoplasme van cellen begrenst
50
Wat is het Cytoplasme
Vloeibaar deel waarmee de hele cel is opgevuld.
Hierin komen opgeloste stoffen en bladgroenkorrels voor.
51
Wat is de Celkern?
Een bolvormige structuur die de werking van de cel regelt.
52
Wat is een Vacuole
Een blaasje gevuld met water en opgeloste stoffen (zoals bv suiker)
53
Wat is Bladgroenkorrel?
Groene korrels die voorkomen in het cytoplasme van plantaardige callen.
Ze geven de plant een groene kleur.
54
Wat zijn Mitochondriën?
Zij zijn de energiefabriekjes van de cel. Hierin worden energierijke stoffen met zuurstofgas verbrand en komt er energie vrij.
55
Kan je de onderdelen benoemen?
1. Celkerm
2. Bladgroenkorrel
3. Celmembraan
4. Celwand
5. Vacuole
6. Mitochondrion
7. Cytoplasma
56
Kan je de onderdelen benoemen?
1. Cytoplasma
2. Mitochondrion
3. Vacuole
4. Celmembraam
5. Kern
57
Waaruit halen wij onze energie?
Uit ons voedsel.
58
In welke eenheid wordt energie uitgedrukt?
kJ of kcal
Weetje: 1 cal = 4,2 J
59
Hoeveel energie zit er in deze mueslireep? Voor welke hoeveelheid geldt deze waarde?
1883 kJ of 449 kcal
Per 100g
Weetje: Bij drank is het per 100ml
60
Wat geeft deze energiewaarde precies weer? Welke energievorm?
De hoeveelheid chemische energie er vrijkomt in je lichaam bij het verbranden van 100g of 100ml van het voedingsmiddel.
61
Dieren en mensen zetten deze chemische energie om in welke energievormen?
Thermische en kinetische energie
62
Welke stoffen nemen mensen en dieren op via het ademhalingsstelsel?
Zuurstofgas
63
Welke stoffen worden er opgenomen via het spijsverteringsstelsel?
Eiwitten
Vetten
Voedingsvezels
Suikers
Water
Mineralen
Vitaminen
64
Welke stoffen maken mensen en dieren aan wanneer voedingsstoffen worden verbrand met zuurstofgas?
Koolstofdioxide
65
Wie gebruikt deze koolstofdioxide?
Planten nemen de CO₂ op voor de productie van glucose.
66
Waar vind deze stofomzetting plaats?
In de cellen.
67
Wat is celademhaling?
Dit is het proces waarbij dieren en mensen voedingsstoffen verbranden in hun cellen en zo kinetische en thermische energie produceren.
Dit vormt afvalstoffen.
68
Synthese
Goed leren!
