h4 + h6 se2 Flashcards

(49 cards)

1
Q

politiek

A

het maken van keuzes en besluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

overheid

A

politie en uitvoerders samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zaken van algemeen belang

A

zaken die voor de meeste mensen belangrijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

democratie

A

de bevolking heeft involoed over besluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

referendum

A

volkstemming over een belangrijk onderwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

volksvertegenwoordigers

A

politici die zijn gekozen door de bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

actief kiesrecht

A

het recht om te mogen stemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

passief kiesrecht

A

het recht om je verkiesbaar te stellen (op je kan gekozen worden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

liberalisme

A

waar vrijheid heel belangrijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

sociaal-democratie

A

solidariteit en gelijkheid het belangrijkst is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

christen-democratie

A

christelijk geloof en de bijbel als uitgangspunten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

linkse partijen

A

voor een active overheid (de overheid helpt veel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

rechtse partijen

A

passieve overheid (voor jezelf zorgen en niet dat de overheid helpt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

middenpartijen

A

de overheid moet Alleen helpen als het de mensen zelf niet lukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

parlement

A

de eerste en de tweedle kamer 1= 75 leden 2de= 150 leden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zetel

A

een plek in het parlement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

motie

A

uitspraak waarin de kamer zijn mening geeft over iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

regering

A

de koning en de ministers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

kabinet

A

dagelijks bestuur van ons land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

minister

A

lid van de regering en verantwoordelijk voor een eigen onderwerp

21
Q

staatssecretaris

A

assistant-minister die verantwoordelijk voor een deel van de taken van een ministers

22
Q

minister-president

A

leider van het cabinet

23
Q

troonrede

A

wat het kabinet heeft berijkt of nog wil doen

24
Q

miljoennota

A

gedetailleerd overzicht van de plannen van het kabinet wat ze gaan berijken

25
rijksbegroting
overzicht van Alle uitgaven en inkomsten dat dat jaar word verwacht
26
kabinetsformatie
onderhandelingen om tot een nieuw kabinet tekomen
27
regeerakkoord
plannen van de regeering voor de komende jaren
28
coalitie
partijen die samen de regeering vormen
29
oppositie
partijen die niet in de regeering zitten
30
gemeenteraad
de gekozen volksvertegenwoordiging in de gemeente
31
college van burgermeester en wethouders
dagelijks bestuur van de gemeente
32
wethouder
lid van college van b en w
33
burgemeester
geeft leiding aan het college van b en w
34
provincial staten
de gekozen volksvertegenwoordiging in de provincie
35
college van gedeputeerde staten
dagelijks bestuur van de provincie
36
commissaries van de koning
geeft leiding aan gedeputeerde staten
37
wereldburger
nieuwschierig bent in andere landen en je daar betrokken voelt bij de mensen
38
migratie
verhuizen naar een ander land
39
kolonien
gebied buiten het land en gebruikt om Winst temaken (nederlands-indie bijv)
40
vluchtelingen
mensen die hun woonplaats verlaten door geweld en oorlog
41
asiel
toestemming om hier te mogen blijven
42
illegalen
geen toestemming om te mogen blijven of werken
43
grensoverstijgende problemen
problemen die over landgrenzen heen gaan
44
terrorisme
plegen van geweldadige aanslagen
45
europese unie
economische en politiek samenwerking van 27 europese landen
46
soevereiniteit
zelf beslissen over wetten in het eigen land
47
verenigde naties
wereldwijf samenwerkingen
48
vetorecht
mogelijkheid om met 1 stem een beslissing tegen tehouden
49
noord-atlantische verdragorganisatie
military bondgenoodschap van noord-amerika en europa