H5 Flashcards

(28 cards)

1
Q

Geallieerden

A

ENG, VS, SU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

WO1

A

1914-1918

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

WO2

A

1939-1945

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

twee nieuwe supermachten

A

VS en SU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Yalta

A

conferentie februari 1945, Roosevelt, Stalin, Churchill. Goede stemming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Potsdam

A

conferentie juli 1945, Truman, Attlee, Stalin. Spanning neemt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Roosevelt

A

VS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stalin

A

SU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Churchill

A

ENG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Truman

A

VS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Attlee

A

ENG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uitkomst DUI conferentie

A

4 bezettingszones (Eng, Fra, VS, RUS), Berlijn 4 sectoren, Dui ontwapend, grenzen terug naar 1937, denazificatie, oorlogsmisdaders berecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

uitkomst conferentie EU

A

alle bevrijde gebieden krijgen democratische regeringen, de SU krijgt veiligheid en de gebieden die door SU zijn bevrijd behoren tot de invloedsfeer van SU.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verenigde Naties

A

internationiale vredesorganisatie, 24 oktober 1945

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Veiligheidsraad

A

ENG, SU, VS, FRA en China hebben vaste zetel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Koude Oorlog

A

strijd tussen SU en VS en bondgenoten

17
Q

Kenmerken West-Europa

A

VS, vrijemarkteconomie, kapitalisme, democratie met meerdere partijen.

18
Q

Kenmerken Oost-Europa

A

SU, planeconomie, communisme, volksdemocratie met 1 partij.

19
Q

Fulton-speech

A

1946, amerikanen overtuigt om een actieve rol in de wereld te spelen

20
Q

Burgeroorlog Griekenland

A

Aanleiding Fulton-speech, Griekse regering (gesteudn ENG) tegen de Griekse communisten.

21
Q

Truman-doctrine

A

VS (onder leiding Truman) besluit zich te verzetten tegen communisme overal wereld.

22
Q

Economische element Truman-doctrine

A

VS ging met Marshallplan Europa financiële steun geven. Armoede lijdt tot communisme namelijk.

23
Q

Militair element Truman-doctrine

A

containment politiek op het communisme

24
Q

Marshallhulp

A

VS geeft geld aan EU

25
Comecon
de marshallhulp maar dan van Stalin
26
Containment politiek
vorming van militaire bondgenootschappen, communisme wordt ingedamd
27
NAVO
Noord-Atlanstische Verdragsorginatie, 1949 eerste militaire bondgenootschap VS
28
Warschaupact
1955 militair bondgenootschap van de SU en Oost-Europese bondgenoten.