H.5 Sociale ongelijkheid Flashcards

(24 cards)

1
Q

Wat is een standenmaatschappij?

A

Een maatschappij waarin de hierarchische ordening van de sociale lagen vooral bepaald wordt door sociaal aanzien, maatschappelijke positie en afkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een klasse?

A

Een groepering met een gelijke economische positie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een sociale klasse?

A

Een groepering mensen die posities bekleden met ongeveer gelijke sociale status.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke factoren bepalen sociale klasse?

A
  • Inkomen
  • Opleiding
  • Beroep
  • Woonsituatie
  • Ras
  • Afkomst
  • Gezondheid
  • Sekse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gelijk betekent?

A

Komt overeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de definitie van gelijkheid?

A

Volkomen overeenkomst in een bepaald opzicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent gelijkwaardigheid?

A

Van gelijke waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is sociale ongelijkheid?

A

Verwijst naar een situatie in de samenleving waarin (groeperingen van) posities ongelijk gewaardeerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Definieer sociale stratificatie.

A

Verwijst naar een systeem waarmee een samenleving categorieën mensen rangschikt in een bepaalde hiërarchie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is sociale status?

A

De waardering die de samenleving aan een positie hecht in relatie tot andere posities.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent sociale mobiliteit?

A

De beweging van mensen of groeperingen van de ene sociale laag naar de andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vul in: Horizontale mobiliteit verwijst naar beweging binnen _______.

A

dezelfde sociale laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is verticale mobiliteit?

A

Beweging tussen verschillende, gestapelde, sociale lagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is intergeneratie mobiliteit?

A

Mobiliteit ten opzichte van ouders, zoals de eerste in de familie die gaat studeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt intrageneratie mobiliteit in?

A

Beweging tussen sociale lagen in jouw eigen leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een open samenleving?

A

Een samenleving waarin het makkelijker is om op eigen krachten te klimmen en dalen op de maatschappelijke ladder.

17
Q

Wat is een gesloten samenleving?

A

Een samenleving waarin het moeilijker is om te klimmen en dalen op de maatschappelijke ladder.

18
Q

Definieer cultuurgoederen.

A

Voorwerpen, kunst, gewoontes, smaken, trends die verwijzen naar waarden, normen, verwachtingen en doelen van een groepering.

19
Q

Wat is culturele mobiliteit?

A

De beweging van cultuurgoederen van de ene sociale laag naar de andere.

20
Q

Wat is dalend cultuurgoed?

A

Cultuurgoed dat van hoge naar lage sociale klasse beweegt.

21
Q

Wat is stijgend cultuurgoed?

A

Cultuurgoed dat van lage naar hoge sociale klasse beweegt.

22
Q

Definieer racisme.

A

De overtuiging dat ras effect heeft op menselijke vermogens en eigenschappen, met superieure en inferieure rassen.

23
Q

Wat is het Matheuseffect?

A

Mensen die al veel hebben, krijgen meer, terwijl mensen die niet hebben, ontnomen wordt wat ze verdienen.

24
Q

Wat is emancipatie?

A

Het streven naar een volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie.