H6 Flashcards
H6 (17 cards)
Wat is een unitaire staat?
Een unitaire staat of eenheidsstaat is een staat waarin de macht bij de centrale overheid ligt en er een parlement is dat het hele land vertegenwoordigt.
Dit betekent dat besluiten centraal worden genomen en de deelstaten minder autonomie hebben.
Wat is het verschil tussen een gecentraliseerde en een gedecentraliseerde eenheidsstaat?
In een gecentraliseerde eenheidsstaat houdt de centrale overheid alle macht bij zich, terwijl in een gedecentraliseerde eenheidsstaat provincies en gemeenten zelf beslissingen mogen maken.
Dit heeft invloed op de mate van autonomie van lagere overheden.
Wat is een federale staat?
Een federale staat of bondstaat is een staat waarin deelstaten uitgebreide bevoegdheden hebben, maar er is wel een gemeenschappelijke grondwet.
Dit zorgt voor een verdeling van soevereiniteit tussen het centrale niveau en de deelstaten.
Wat betekent soevereiniteit?
Soevereiniteit verwijst naar het opperste staatsgezag dat gedeeld kan zijn tussen het geheel en de deelstaten.
Dit impliceert dat zowel het centrale als het deelstaatniveau autoriteit uitoefent.
Wat houdt shared rule in?
Shared rule betekent dat deelstaten nodig zijn om federale beslissingen te nemen.
Dit benadrukt de samenwerking tussen verschillende niveaus van overheid.
Wat is self rule?
Self rule houdt in dat deelstaten zonder inmenging van de federale staat hun eigen beleid kunnen voeren.
Voorbeelden zijn Duitsland, Zwitserland en de VS.
Wat is een confederatie?
Een confederatie is een verbinding tussen onafhankelijke staten die hun autonomie en soevereiniteit behouden, maar bij verdrag overeenkomen om bepaalde aangelegenheden gemeenschappelijk te regelen.
Beslissingen in een confederatie moeten unaniem worden genomen.
Wat zijn staatkundige hervormingen?
Staatkundige hervormingen zijn veranderingen in de staatkundige indeling die kunnen leiden tot een hervorming of evolutie van de structuur van een staat.
Voorbeelden zijn de transformatie van Nederland van een confederatie naar een unitaire staat.
Wat is de vereiste meerderheid voor grondwetswijzigingen in België?
Voor grondwetswijzigingen in België is een 2/3de meerderheid nodig, evenals een bijzondere meerderheid binnen elke taalgroep van elke Kamer.
Dit garandeert dat zowel de Nederlandstalige als de Franstalige gemeenschappen vertegenwoordigd zijn.
Wat zijn de drie cultuurgemeenschappen die zijn ontstaan in België?
De drie cultuurgemeenschappen zijn:
* Nederlandse
* Franse
* Duitse
Elke gemeenschap heeft zijn eigen parlement verantwoordelijk voor taal en cultuur.
Wat is het doel van de Vlaamse Beweging?
De Vlaamse Beweging eist vernederlandsing van onderwijs en openbaar leven in Vlaanderen.
Dit is ontstaan als reactie op de taalproblemen in België.
Wat zijn breuklijnen in de politiek?
Breuklijnen zijn politieke meningsverschillen en tegenstellingen die voortkomen uit diepere structurele verschillen en conflicten.
Voorbeelden zijn communautaire breuklijnen tussen Vlamingen en Franstaligen.
Wat houdt de freezing hypothesis in?
De freezing hypothesis stelt dat de eerste vier breuklijnen een permanent karakter krijgen en dat politieke partijen zich organiseren rond deze breuklijnen.
Dit heeft invloed op de politieke dynamiek in België.
Wat zijn de kenmerken van een politieke partij volgens Hooghe?
Een politieke partij is een organisatie die via rechtstreekse deelname aan wetgevende verkiezingen een deel van het politieke personeel levert en deelneemt aan de uitoefening van staatsmacht.
Dit benadrukt de rol van politieke partijen in het democratische proces.
Vul in: Een ideologie is een geheel van opvattingen over de _______.
[inrichting samenleving]
Ideologieën vormen de basis voor politieke partijen en hun standpunten.
Wat zijn de twee assen waarop politieke partijen hun standpunten innemen?
De twee assen zijn:
* Sociaaleconomische as
* Sociaal-culturele as
Deze assen helpen bij het categoriseren van politieke ideologieën.
Wat zijn de typische kenmerken van linkse en rechtse partijen op de sociaaleconomische as?
Linkse partijen:
* Sterke staat
* Herverdeling van rijkdom
* Uitgesproken gelijkheidsbeginsel
Rechtse partijen:
* Economische vrijheid
* Individuele verantwoordelijkheid
* Zo min mogelijk staatsbemoeienis
Dit geeft een overzicht van de ideologische verschillen.