H6 Flashcards
(22 cards)
parlementaire democratie
Het volk kiest bij verkiezingen de volksvertegenwoordiging
Ministeriële verantwoordelijkheid
Ministers zijn verantwoordelijk voor het beleid van de regering en niet de koning
Census kiesrecht
Mannen die voldoende belasting betaalden mochten ook stemmen
1917
Mannen hadden kiesrecht vanaf 25 jaar
1919
Vrouwen hadden nu ook kiesrecht vanaf 25 jaar
1946
Algemeen kiesrecht vanaf 23 jaar
1965
Voor Nederlanders algemeen kiesrecht vanaf 21 jaar
1972
Algemeen kiesrecht voor Nederlanders vanaf 18 jaar
Democratisering
proces dat steeds meer mensen macht krijgen
Scheiding kerk en staat
Kerk heeft geen macht als het gaat over een maatschappelijk probleem
Waar hoort parlementaire democratie bij?
Bij kiesrecht
Actief kiesrecht
Recht om te kiezen
Passief kiesrecht
Recht Om gekozen te worden
Welke drie instituties van de parlementaire democratie zijn er?
- scheiding kerk en staat
- verkiezing van Tweede Kamer
- machtdilemma ‘ scheiding van machten’
Welk dilemma hoort bij de scheiding van kerk en staat?
Machts en cultuur dilemma
welke zes machten zijn er?
- parlement
- kabinet
- rechtspraak
- ambtenaren
- massamedia
- externe adviseurs
wat zijn de zes functies van massamedia?
- informatie
- spreekbuis
- agenda
- commentaar
- waakhond
coalitie
Samenwerking van twee of meer partijen die samen een meerderheid vormen en samen regeren
oppositie
Partijen die niet in de coalitie zitten en tegen het beleid ervan
Bindend referendum
Burgers moeten meer inspraak krijgen de uitslag moet worden overgenomen
Raadgevend referendum
Als advies dus hoeft niet overgenomen te worden
doe democratie
Een vorm van meebeslissen van burgers door zelf maatschappelijke vraagstukken op te pakken