H6 - Bewerking op getallen Flashcards

1
Q

Waaruit bestaat het binaire getallen stelsel

A

uit 0 en 1. Hiermee werkt een computer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het decimale getal van het binaire getal 101?

A

het decimale getal is 5.

1 * 2² + 0 * 2¹ + 1 * 2⁰

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke symbolen bestaat het HexaDecimale getallen stelsel

A

0 t/m 9 + A t/m F

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke decimale waarde heeft de letter A van het Hexadecimale getallen stelsel?

A

A = 10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke decimale waarde heeft de letter F van het Hexadecimale getallen stelsel?

A

F = 15

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een gesloten bewerking op getallen?

A

Een berwerking waarbij het getal deel blijft uitmaken van de verzameling (natuurlijke / gehele / rationale / getallen)

Voorbeeld
optellen * vermenigvuldigen

N + N of N * N als we op de plek van N een natuurlijk getal neerzetten is het resultaat altijd een ander natuurlijk getal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe noemen we het als de volgorde van getal berweking niet uitmaakt?

A

Commutatief

voorbeeld hiervan is optellen en vermenigvuldigen
2 + 4 == 4 + 2
3 * 7 == 7 * 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn niet - commutatiee getalbewerkingen

A

Aftrekken, delen, machtsverheffen, worteltrekken.
Deze bewerkingen noemen we associatief

8 - 6 is-niet 6 - 8
8 / 4 is niet 4 /8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar staat div voor?

A

voor het aantal ‘groepjes’ waarover je een aantal gelijkwaardig kan verdelen.

Voorbeeld

7 div 3 = 2 (3 groepjes, waarbij iedere groepje 2 ‘snoepjes’ krijgt)
-18 div 5 = -4 (5 groepjes waarbij ieder groepje 4 ‘snoepjes’ moet teruggeven)

het aantal snoepjes dat overblijf is modulo.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is modulo?

A

Dit is het restant van iets als je het verdeelt over groepjes. “delen met restanten”

voorbeeld
7 snoepjes mod 3 groepjes = 1 snoepje over

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de kleine stelling van Fermat?

A

als p een priemgetal is dan geldt voor ieder getal 0 < a < p

A^p-1 = 1 (mod p)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de definitie van een priemgetal?

A

Een getal dat alleen doorzichzelf EN 1 deelbaar is. Er zijn dus 2 verschillende delers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Is 1 een priemgetal?

A

Nee. 1 heeft geen 2 verschillende delers. het kan enkel gedeeld worden door 1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de grootste gemene deler?

A

Is het grootste getal waardoor 2 getallen kunnen worden gedeeld zonder rest waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het kleinst gemene veelvoud

A

Is het kleinste noemer die beide getallen gezamelijk hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het algortime van Euclides

A

zie boek P69

17
Q

Hoe noem je het als twee getallen geen factoren gemeenschappelijk hebben?

A

Ze zijn dan relatief priem - dit interessant voor encryptie

18
Q
A