H6 de adolescentie en jeugdstrafrecht Flashcards
(88 cards)
binding
de manier waarop mensen zich verbinden met hun omgeving
bonding social kapital
deel uitmaken van eigen netwerken en organisaties
ingroup
groep waartoe een persoon zich verbonden voelt en waarmee ze zich identificeren
sociale homofilie
de neiging van mensen om relaties te vormen met anderen die op hen lijken
bridging social kapital
verbindingen maken met de bredere samenleving
outgroups
een groep waartoe een persoon niet behoort en waarmee ze zich niet identificeren
sociale heterofilie
verwijst naar de neiging om relaties aan te gaan met mensen die verschillen in kenmerken
linking
relaties met de maatschappelijke instituties en personen met een machtsverhouding
systeemintegratie
opgelegde migratie (mensen gedwongen worden om te verhuizen naar een ander gebied of land), men maakt deel uit van een natiestaat en houdt zich aan de regels hiervan
sociale integratie
de opname in de samenleving op basis van eigen motieven, oriëntaties en contacten
kan door middel van
- Participatie (onderwijs, arbeid)
- Acculturatie (kennis en skills om mee te doen)
- Interactie (contacten buiten eigen kring)
- Identificatie (herkenning en vereenzelviging - iemand zichzelf sterk identificeert met een persoon, groep, idee of situatie, tot het punt waarop ze zich ermee “één” voelen)
identificatie
niet hetzelfde als verbinding, iemand kan zich verbonden voelen tot Nederland omdat ze hier wonen, maar zich meer identificeren als iemand uit het land van geboorte
functioneel
Iemand doet mee aan verschillende onderdelen van de samenleving, zoals werken, naar school gaan, of in een buurt wonen. Het gaat erom dat je op allerlei manieren verbonden bent met de maatschappij, niet alleen via je afkomst.
normatief
individu heeft ruimte om eigen normen en opvattingen te volgen en in te brengen in de samenleving
emotioneel
individu heeft gevoelens van verbondenheid met anderen en in meer abstracte zin met Nederland
haven
concrete fysieke omgeving of een concrete plek als basis voor een gevoel van thuis voelen
heaven
situatie waarin je het gevoel hebt jezelf te kunnen zijn en jezelf te kunnen ontplooien
sociale identiteit
mensen baseren hun zelfbeeld niet alleen op hun persoonlijke karakteristieken en prestaties (persoonlijke identiteit) maar ook op evaluaties en karakteristieken van de groepen waarvan ze lid zijn
sameness
het vinden van overeenkomsten
otherness
het vinden van verschillen
reactieve identiteit
door discriminatie wordt de nadruk op (etnische) groepsidentiteit versterkt, waardoor de sociaal-culturele afstand tot de Nederlandse samenleving wordt vergroot
integratie paradox
degenen die het meest geworteld in de samenleving zijn ervaren het vaakst discriminatie en uitsluiting
sense of belonging
het hebben van een thuisgevoel en heeft hiermee een symbolisch accent
acculturatie
veranderingen die op kunnen treden binnen groepen door middel van contact en interactie met anderen groepen
individueel niveau
ontstaan interne veranderingen als gevolg van langdurig contact met een andere cultuur