H6 ONTSTAAN VAN GELD Flashcards

(40 cards)

1
Q

functies van geld

A

-ruilmiddel
-rekenmiddel
-spaar- of oppotmiddel
- betaalmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke zijn de hoofdfuctie en welke zijn de afgeleidde functies van geld

A

ruilmiddel & rekenmiddel=oorspronkelijke hoofdfunctie van geld
spaar- of oppotmiddel & betaalmiddel = afgeleide functie van geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

leg de afgeleidde functie van geld uit

A

spaar- oppotmiddel= het ontvangen geld hoeft niet onmiddelijk in zijn geheel uitgegeven te worden maar kan opzij worden gezet voor latere uitgaven
betaalmiddel= een eenzijdige prestatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarvoor staat de MGH

A

maatschappelijke geldhoeveelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waaruit bestaat de MGH

A

chartaalgeld(munten,bankbiljetten en muntbiljetten) en giraalgeld, gelden in kassen van geldscheppende instellinge behoren niet tot de mgh

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de MGH

A

de geldhoeveelheid in de handen van het publiek. (het publiek is iedereen behalve de geldscheppende instellingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waaronder verstaan we de geldscheppende instellingen

A
  1. CBvs
  2. het ministerie van Financien/overheid
  3. primaire banken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is geld

A

geld is alles wat in de brede kring van de maatschappij algemeen pleegt te worden aanvaard als ruilmiddel en rekeneenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat wordt bedoelt met”geld is een ongedifferentieerde koopkracht”

A

dat men geld met geld een vraag naar alle goederen kan uitoefenen aangezien degene die het ontvangt, op zijn beurt weer goederen ermee kan kopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

aan welke eisen moet een goed voldoen om als ruilmiddel aanvaard te kunne worden

A

-het publiek moet het accepteren
-het moet schaars zijn
-het moet makkelijk en zonder veel kosten bewaard kunnen worden
-het moet niet aan slijtage onderhevig zijn
-in 1 kwaliteit voorkomen
-een vaste waarde hebben
-gemakkelijk onderscheiden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

problemen met ruil in natura

A

-moeilijk om iemand te vinden die iets nodig heeft dat jij hebt en dat jij iets nodig hebt en hij dat heeft
-goederen zijn moeilijk deelbaar
-productie overschotten en tekorten op bepaalde gebieden
-waarde van de goederen zijn moeilijk te bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke geldsoorten zijn er en leg uit

A

-chartaal geld: het stoffelijk geld en bestaat uit munten, muntbiljetten en bankbiljetten. muntbiljetten en munten worden uitgegeven door de overheid en bankbiljetten door de ministerie van financien
-giraal geld: onstoffelijk geld en het zijn direct opeisbare tegoeden van het publiek bij de algemene banken. de giro rekening of de rekenening-courant tegoed vertegenwoordigd het girale geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een rekening-courant

A

met behulp van cheque’s en overschrijviingen betalingen verrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wanneer werd de CBvS opgericht

A

1 april 1957

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

taken van de CBvS

A
  • het verzorgen van de geldsomloop en het vergemakkelijken van het giraal betalingsverkeer
  • het bevorderen en vergemakkelijken van het betalingsverkeer met het buitenland
    -het houden van toezicht op het bank en krediet wezen
    -het bevorderen van de stabiliteit van de waarde van de geldeenheid
  • het bevorderen van een evenwichtige sociaal-economische ontwikkiling van suriname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn algemene banken

A

het zijn instellingen die hoofdzakelijk kredieten verleent met eigen middelen en andere gelden van anderen hebben opgenomen of door scheppen van giraalgeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

noem een aantal algemene banken

A

-surinaamse bank
-hakrin bank
-de surinaamse post spaarbank
-stichting surinaamse volkskrediet bank
-godo
-finabank

18
Q

taken van de algemene bank

A

scheppen van giraalgeld
-verstrekken van kredieten
-investeren in bedrijven
-aannemen van gelden in rekening-courant of a deposito
-aan- en verkopen van effecten
-bemiddelen bij verzekeringen

19
Q

hoe worden algemene banken genoemd en waarom

A

primaire of geldscheppende banken, omdat deze banken instaat zijn de geldhoeveelehid in handen van het publiek te doen vergroten

20
Q

wat worden de secundaire banken genoemd en noem 2 op

A

niet-geldscheppende banken, surinaamse hypotheekbank en nationale ontwikkelings bank

21
Q

wat zijn institutionele beleggers en noem een paar op

A

niet-geldscheppende instellingen die uit het hoofde van haar functie over grote sommen geld beschikken , die voor lange termijnen beleggen in risicovermijdende objecten. ze zijn o.a verzekeringsbedrijven, pensioenfondsen, voorzieningsfondsen, kredietcooperaties

22
Q

wat is geldschepping

A

de vergroting van de maatschappelijke geldhoeveelehid, dit is al het girale en chartale geld dat in handen is van het publiek.het omge

23
Q

wat is het omgekeerde van geldschepping en de betekenis ervan

A

geldvernietiging,het verkleinen van de maatschappelijke geldhoeveelheid

24
Q

“de balans van de algemene bank” wat staat aan de linkerkant van de balans en hoe worden ze gezamelijk genoemd

A

kas, tegoed bij de centralebank, debiteuren, effecten, vreemde valuta, en ze worden activa(bezittingen) genoemd

25
"de balans van de algemene bank" wat staat aan de rechterkant van de balans
kapitaal, reserves, crediteuren in rekenings courant, spaarrekeningen, termijndeposito
26
betekenis van alle posten aan de linkerkant van de balans van de algemene bank(bezittingen)
kas= gerbuikt voor dagelijkse betalingen tegoed bij de CBvS= de CBvS schrijft dwingend voor aan de algemene banken om een deel van hun kastgeld renteloos bij de CBvS aan te houden debiteuren= mensen/instellingen die de bank schuldig zijn effecten= bewijs van eigendom waar je geld voor krijgt /door de overheid gegeven certificaat
27
betekins van de schulden(rechterkant van de balans van de algemene bank)
reserves=gelden die opzij worden gezet voor tijden van nood spaarrekening= spaargeld termijndeposito= geld dat is vastgelegd voor een bepaald periode
28
geef de betekenis van de van de volgende begrippen: geldsubsitutie, geldtransformatie en wederzijdse schuldaanvaarding
GELDSUBSITUTIE: omzetten van de ene geldsoort in een andere geldsoort en omgekeerd via een geldscheppende bank. de mgh blijft gelijk GELDTRANSFORMATIE: omzetten van niet geld in geld en omgekeerd via een geldscheppende bank , mgh vernadert. WEDERZIJDSE SCHULDAANVAARDING: er is sprake van wederzijdse schuldaanvaarding wanneer de bank en een client elkaar geld schuldig zijn
29
wat is geldsubsitutie
omzetting van het ene geldsoort naar het andere
30
wat is liquiditeit
het vermogen van het algemene bank om haar kortlopende schulden op tijd te voldoen
31
wat is illiquiditeit
het vermogen van het algemene bank om haar langlopendeschulden op tijd te voldoen
32
wat is rekening-courant krediet
lening via giro rekening die de bank aan zijn clienten verstrekt
33
wanneer is de bank liquide
als de aanwezige kas groter is dan de minimale kast
34
wat is de liquiditeit voorkeurskeuzetheorie van keynes
volgens deze theorie houden mensen geld aan om de volgende redenen: transactiemotief, voorzorgsnotief, speculatie motief
35
leg de redenen van de voorkeurstheorie van keynes uit
transactiemotief: het publiek houdt geld aan voor de dagelijkse betalingen, ze worden gehouden in de actieve kas voorzorgsmotief: hierbij houdt de publiek geld aan om een toekomstige onzeker voorval het hoofd te bieden. we houden geld aan voor een onzeker toekomstige voorval. gehouden in inactoeve kast speculatie motief: hierbijj houdt het publiek geld aan voor een toekomstige winstverwachting. gehouden in inactieve kast
36
over welke instrumenten heeft de CBvS beschikking over om haar taken uit te voeren en leg ze uit en hoe worden ze gezamelijk genoemd
1. het kasdekking precentage=? 2. kasreserve politiek= de algemene banken zijn verplicht om een deel van zijn kasgelden renteloos aan te houden bij CBvS 3. disconto politiek= de CBvS verhoogt of verlaagt de rente stand met de bedoeling de crediet verlening te verruimen of beperken 4. valutaswap= het kopen of verkopen van vreemde valuta met als doel de liquiditeit positie van de banken te krappen of te verruimen dooor de CBvS 5. openmarkt politiek= het kopen of verkopen van waarde papieren door de CBvS met de bedoeling de geld en kapitaal markt ruimer of krapper te maken instrumenten vvan monetaire politiek
37
op welke manieren kan de CBvS toezicht uitoefenen op de bank en krediet wezen
1. bedrijfs economie toezicht(dit doet de CBvS) 2. sociaal economisch toezicht 3.structuur toezicht, deze richt op het voorkomen van samensmeltingen die nadelig zijn voor 't publiek
38
welke posten op de balans behoren tot niet geld
kas, debiteuren, vreemde valuta, spaar te goeden, termijndeposito
39
wanneer is een bank solvabel
de vermogen van de bank om al haar schulden op tijd te voldoen
40
wat is de verkeersvergelijking van fischer
M x V = P x T, de geld omzetten in de geld kringloop zijn gelijk aan de goederen omzetten en de goederen kringloop. er is evenwicht tussen de goederensfeer en de geldsfeer