H6: Ooggetuigenbewijs Flashcards

1
Q

Uitleggen van het geheugen in 3 fasen:

A
  1. Codering = Het creëren van een herinnering door een waarneming, dit kan worden beïnvloed door de mate waarin een waarnemer oplet.
  2. Opslag = Herinneringen zijn kwetsbaar voor externe invloeden, het kan een complexe mix zijn van correcte en incorrecte informatie.
  3. Ophalen = Wanneer de getuige aan de politie verteld over wat er is gebeurd. Hierbij is toegang nodig tot het geheugen en sommige getuigen kunnen hier moeite mee hebben.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Onderscheid tussen 2 soorten factoren die de nauwkeurigheid van ooggetuigen beïnvloeden:

A
  • Schattingsvariabelen = Hebben voornamelijk betrekking op codering en opslag fase. En gaat voornamelijk over kenmerken van de misdaadgebeurtenis. (Vb: stress van getuige, afstand tot delict, licht/donker).
  • Systeemvariabelen = Gerelateerd aan ophaalfase. Gecontroleerd door het strafrechtsysteem. (Vb: het soort vragen in een verhoor).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Yerken-Dodson-wet

A

Relatie tussen stress en geheugen als een omgekeerde U-vormige curve. De geheugenprestaties zijn optimaal bij matige stressniveaus, maar nemen af aan de twee uitersten van fysiologische opwinding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wapenfocus

A

Wanneer iemand met een pistool of een mes wordt geconfronteerd, richt hij/zij zich door angst of verrassing veel op het wapen, hierbij richt hij/zij zich niet meer tot eventuele andere belangrijke details.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

2 verklaringen voor de wapenfocus:

A
  1. Cue utilisation hypothese = Mensen die hun aandacht tot het wapen beperken vanwege de dreiging die eraan verbonden is.
  2. Wapens trekken de aandacht omdat het zo ongebruikelijk is om er in het dagelijks leven een tegen te komen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Change blindness

A

Als er een verandering optreedt in de korte tijd dat iemand niet kijkt, zal iemand dit misschien niet opmerken wanneer hij/zij de aandacht weer terugdraait.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Alcohol myopia

A

Intoxicatie beïnvloed de aandacht en codering door de focus te beperken tot centrale details, ten koste van perifere details.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Misinformation effet

A

Wanneer de nauwkeurigheid van een geheugenrapport wordt verminderd door blootstelling aan misleidende informatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

4 verschillende theoretische verklaringen van het misinformation effect:

A
  • Updateable memory hypothese
  • Strategic effects
  • Blocked memory access
  • Source monitoring account
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

accuracy-informativeness trade-off

A

Getuigen worden door de politie geconfronteerd met concurrerende eisen:

  • Hebben ze een rol waarbij ze zoveel mogelijk informatie moeten melden over de misdaad waarvan ze getuigen zijn geweest.
  • Aan de andere kant moet de getuigenis die ze geven ook nauwkeurig zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly