H7 Flashcards
(72 cards)
leermechanisme
een middel m ons gedrag te veranderen en aan te passen aan nieuwe stimuli in de omgevinf
dishabituatie
vindt plaats wanneer baby’s een stimulus krijgen die als nieuw wordt ervaren
habituatie
een vermindering van de sterkte van de reactie op een herhaalde stimulus
sensibilisatie
een toename van de sterkte van de reactue op een herhaalde stimulus
neonatale imitatiedebat
betoogt dat de meest robuuste imitatievaardigheden die jonge baby’s laten zien, het resultaat zijn van processen anders dan imitatie
modale model atkinson en shiffrin
beschrijft hoe informatie de geest binnenkomt en daar doorheen stroomt terwijl deze wordt verwerkt
sensorische register
het kirjgen van informatie uit de omgeving via zintuigen komt hier binnen en wordt evrvolgens in zijn oorspronkelijke vorm opgeslagen
kortetermijngeheugen
dan wordt informatie van het zintuigelijke register getrasnformeerd naar een mentale representatie en wordt hierin opgeslagen
langetermijngeheugen
bevat episodische informatie over gebeurtenissen en algemene semnatische informatie over de wereld
werkgeheugenmodel
legt de nadruk op cognitieve ‘denk’-processen die inwerken op de informatie waarmee de mens momenteel werkt
visueel-ruimtelij schetsblok
voor visuele informatie
fonologische lus
voor spraakgeluiden
episodische buffer
koppelt tijd aan de fonologische en visueel-ruimtelijke schetsblok zodat chronologie ontstaat
geheugenopslag parameters
omvatten de hoeveelheid informatie die kan worden bewaard
geheugenspanne
de duur waarvoor het kan worden bewaard en de snelheid van deze verwerking
verwerkingssnelheid
de tijd die een persoon nodig heeft om een bepaalde mentale handeling uit te voeren, zoals het lezen van een woord
cognitieve strategieen
manier van denken om de geheugenprestaties te verbeteren
executieve functies
een overkoepelende term voor verschillende processen die betrokken zijn bij het beheersen van onze informatieverwerking en gedrag
chunking
informatie opdelen in stukken
dimension change card sort-taak (DCCS)
hier wordt aan de kinderen gevraagd kaarten die in twee dimensies vearieren in stapels re sorteren volgens een van die dimensies
aandacht
omvat de indentificatie en selectie van bepaalde sensorische input voor meer gedetailleerde verwerkingk
kleverige fixatie
een fenomeen waarbij ze hun aandacht niet kunnen afleiden van iets waar ze naar kijken, ook al is het saai
mentale representatie
de term die wordt gebruikt om informatie te beschrijven die mentaal in een of andere vorm is opgeslagen: verbaal, picturaal en procedureel
infantiele amnesie
houdt in dat niets herinnerd kan worden van ongeveer de eerste drie jaren van ons leven