H7 Begrippen Flashcards

(36 cards)

1
Q

Elektromagnetische golven

A

Gedraagt als deeltje en een golf
Beweegt in allerlei richtingen
Geen medium (tussenstof) nodig
Vaste snelheid van vacuüm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Snelheid elektromagnetische golven in vacuüm

A

3.0 x 10^8 m/s : lichtsnelheid (C)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Frequentie

A

(f)

Aantal keer dat de bron op en neer beweegt in 1 seconde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Golflengte

A

(λ)

Lengte van 1 golf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Golflengte berekenen

A

λ = C/f
C: m/s
f: hertz, Hz
λ: m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

1 nanometer (nm) naar meter

A

10^-9 m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Elektromagnetisch spectrum

A

Soorten elektromagnetische straling met dezelfde eigenschappen

Teken spectrum

Hoe groter golflengte hoe schadelijker de straling (ioniserend vermogen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Elektromagnetische straling op voorwerpen

A
  1. Transmissie - passeert onverhindert
  2. Reflectie - weerkaatst
  3. Absorptie - straling wordt opgenomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Röntgenstraling

A

Botten : absorberen
Spieren en weefsel : laten straling door
Beeld is negatief (schaduw : wit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Atomen

A

Kern : protonen(+), neutronen(+/-) (lijm)

Rondom/schillen : elektronen (-)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Massagetal

A

Protonen + neutronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kernkracht

A

Houdt de kerndeeltjes bij elkaar

Grotere kracht dan de afstotende elektrische krachten tussen protonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ioniserende straling

A

Straling die atomen (elektronen) uit hun baan kan schieten

Er ontstaat een ion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ion

A

Geladen atoom, positief/negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Radioactief

A
  1. natuurlijk : van zichzelf radioactief

2. Kunstmatig : door mensen gemaakt, stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dosimeter

A

Meten van straling die wordt uitgezonden als een instabiele kern vervalt

17
Q

Onstabiele kern

A

Als de kernkracht (+) en de onderlinge afstotende kracht (-) van protonen niet in balans zijn

Als hij verandert zendt hij ioniserende straling uit

18
Q

Isotopen

A

Atomen van hetzelfde chemische element
Zelfde atoomnummer, ander massagetal
Door verval ontstaan verschillende soorten

19
Q

Soorten verval

A
  1. α-verval : 4/2He
  2. β-verval : 0/-1 e (elektron) neutron > proton + elektron
  3. γ-verval : 0/0 γ (foton)
20
Q

Doordringend vermogen

A

Het vermogen van radioactieve deeltjes om een stof binnen te dringen

21
Q

Soorten doordringend vermogen

A
  1. alfa : laag doordringend, hoog ioniserend (sloopkogel) (papier)
  2. beta : laag (hoger) doordringend, hoog (lager) ioniserend (kogel) (aluminium)
  3. gamma : hoog doordringend, laag ioniserend (heel schadelijk) (speldenprik) (beton)

Beta en gamma ioniserend is ongeveer gelijk

22
Q

Equivalente dosis (H)

A

Maat voor kans op biologische schade door bestraling

Eenheid : Sievert (Sv) meestal milli

23
Q

Radiotherapie

A

Het bestralen van ziek weefsel in de gezondheidszorg
Van buitenaf: beta en gamma
Inwendig : beta en gamma (je wordt radioactief)
Alfa is te oppervlakkig

24
Q

De stralingsbron draait om je heen om schade aan gezond weefsel te beperken

25
Bescherming
1. Grote afstand 2. Tijd kort houden 3. Afschermingsmateriaal gebruiken (grote dichtheid)
26
Besmetting
Het bij je dragen van NIET NATUURLIJK radioactief materiaal
27
Geigerteller (GM-teller)
Radioactieve bronnen opsporen | Klikt als het straling registreert
28
Achtergrondstraling
Natuurlijke straling die altijd en overal aanwezig is | Kosmische straling - uit het heelal
29
Activiteit
Aantal atoomkernen dat per seconde vervalt Eenheid: Becquerel (B1) 1MBq = 1 miljoen Bq
30
Het proces van het vervallen van kernen is random en autonoom: zelfstandig
.
31
Halfwaardetijd/halveringstijd
De helft van de instabiele kernen is na deze tijd vervallen, de activiteit is gehalveerd Eenheid: t1/2 Als de halveringstijd klein is is de activiteit relatief groot
32
Valkromme
Grafiek waarin de activiteit van een hoeveelheid stof is uitgezet tegen de tijd
33
Medische isotopen
Productie in een kernreactor | Korte halveringstijd : hoge activiteit; straalt korter uit
34
Tracers
``` Korte halveringstijd 1, in lab gemaakt, gammastraling 2, in lichaam in bepaald orgaan 3, straling geregistreerd 4, afbeeldingen afwijkingen zien ```
35
Koolstofdatering
C-14 wordt door kosmische straling gevormd, het is radioactief
36
C-14 meten
Voorwerp moet gemaakt zijn van dierlijke of plantaardige materialen T1/2 : 5730 jaar