H7 en H8 Flashcards

1
Q

WGBO?

A

wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst  plicht een patiëntendossier bij te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

zorgplan?

A

bevordert het efficiënt functioneren van het verpleegkundig team door ervoor te zorgen dat er geen
tijd verloren gaat aan ineffectieve interventies en dat verrichtingen niet dubbel gedaan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe wordt het dossier genoemd bij verschillende instellingen?

A

-Ziekenhuizen  status
- Verpleeghuizen  zorgleefplan
- Gehandicaptenzorg  begeleidings- or ondersteuningsplan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uit welke 4 dingen kan een verpleegplan ontstaan?

A

-korte omschrijving van de zorgvrager
- Instructies om aan de basisbehoeften van de zorgvrager tegemoet te komen
- Indien nodig; medische instructies die onder de verantwoordelijkheid van de vpk vallen
- Zorgplan voor de vastgestelde vpk diagnosen en multidisciplinaire problemen van de zorgvrager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke 2 soorten zorgplannen zijn er?

A

verpleegkundige zorgplannen en multidiscplinaire (samengestelde) zorgplannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verpleegplan?

A

geeft de actuele gezondheidstoestand van de zorgvrager weer en weerspiegelt het totale vpk
proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke 3 verschillende vormen van verpleegplannen zijn er?

A
  1. langdurige ouderenzorg –> zorgleefplan (ZLP)
  2. geestelijke gezondheidszorg –> begeleidings en ondersteuningsplan
  3. wijkverpleging–> zorgplan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke 4 levensdomeinen omvat het zorgleefplan?

A

-Het mentale welbevinden van de zorgvrager
- Het lichamelijke gevoel van welbevinden en gezondheid
 -Daginvulling volgens eigen interesse en onderhouden van sociale contacten
(participatie)
- De woon- en leefomstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een ondersteuningsplan?

A

een weergave van de afspraken tussen zorgvrager en zorgaanbieder
over de doelen van de ondersteuning en de wijze waarop getracht wordt deze te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke 4 domeinen worden gebruikt bij wijkverpleging (zorgplan)?

A
  1. omgeving
  2. psychosociaal
  3. fysiologisch
  4. gezondheid gerelateerde gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

klinisch zorgpad?

A

een gestandaardiseerd multidisciplinair plan dat de zorg weergeeft voor zorgvrager
met een veelvoorkomende of voorspelbare aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

afdelingsrichtlijnen?

A

gestandaardiseerde, voorgedrukte instructies voor de zorgverlening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke 10 dingen moet je vastleggen?

A
  1. In het algemeen geldt dat je niet de activiteiten moet vastleggen die een ander heeft uitgevoerd
    o Zo wel, vermeld dan altijd wie verantwoordelijk was voor de uitvoering van de zorg
  2. De voortgangsrapportage moet nauwkeurig en juist zijn
  3. Interpreteer de gegevenslijsten
  4. De voortgangsrapportage moet feitelijk en zo objectief mogelijk zijn
  5. De voortgangsrapportage moet duidelijk en concreet zijn
  6. Gebruik geen negatieve termen en vooroordelen
  7. Voor beschrijvende aantekeningen kun je het ezelsbruggetje D-I-E gebruiken
    o Data, interventie, evaluatie
  8. Leg alleen ter zake doende en relevante gegevens vast
  9. De voortgangsrapportage moet volledig zijn
  10. Houd het kort en bondig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is AVG?

A

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG),AVG geeft mensen meer rechten en organisaties meer plichten om zorgvuldig met persoonsgegevens
om te gaan  zorgvragers krijgen meer zeggenschap over hun persoonsgegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

warme overdracht?

A

er is persoonlijk contact tussen de intramurale vpk, de wijkvpk, de zorgvrager en
indien gewenst de mantelzorger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

mondelinge dienstoverdracht?

A

moet beknopt zijn en tegelijkertijd alle relevantie informatie bevatten

17
Q

conceptualiseren?

A

betekenis geven aan de samenhang, het intellectuele proces van het vormen van
een begrip

18
Q

evidence based practice?

A

een benadering die de beste kennis als uitgangspunt gebruikt bij het nemen van
beslissingen voor individuele zorgvragers in geneeskunde en verpleegkunde, in plaats van toevalligheden,
traditie en intuïtie

19
Q

vakbekwaamheid?

A

de manier waarop verpleegkundigen hun kennis gebruiken

20
Q

ethische kennis?

A

kennis die nodig is om een relatie te kunnen leggen tussen de te dragen
beroepsverantwoordelijkheid, de na te leven kwaliteitseisen die opgesteld zijn en de algemeen geldende
morele principes

21
Q

inductief en deductief redeneren?

A

Inductief redeneren: begint met specifieke details en feiten om tot generalisaties te komen en op basis
daarvan conclusies te trekken

Deductief redeneren: de conclusie wordt afgeleid uit een algemene theorie, uitspraak, generalisatie,
vooropgezette stelling of concreet feit

22
Q
A