H7 - Veerman: Terugkijken en verder Flashcards

1
Q

Welke zaken bevinden zich binnen onderzoek dat begint met vragen en eindigt met antwoorden? (3)

A

(1) Het doorlopen van de praktijkonderzoekscyclus om die antwoorden zo betrouwbaar en
(2) valide mogelijk weer te geven,
(3) voortdurend rekening houden met de onderzoeker en
(4) de context om antwoorden bruikbaar te laten zijn voor de praktijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar loop te tegen aan door rekening te houden met de 5B’s van persoon en context bij het doorlopen van de onderzoekscyclus?

A

Beperkingen, dit is de realiteit. Praktijkgestuurd onderzoek zal nooit geheel volgens het boekje gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar zeggen betrouwbaarheid en validiteit iets over?

A

De grondigheid waarmee een onderzoek is uitgevoerd en daarmee over het vertrouwen dat we mogen hebben in de resultaten en conclusies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sleutelwoord van betrouwbaarheid

A

consistentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Consistentie

A

herhaalbaarheid, repliceerbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer is een onderzoek betrouwbaar uitgevoerd?

A

Als de resultaten hetzelfde zijn bij herhaling van het onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is het belangrijk om transparant te zijn over hoe het onderzoek is geconceptualiseerd, ingericht en uitgevoerd?

A

Zodat anderen het onderzoek kunnen controleren en eventueel op dezelfde manier uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sleutelwoord validiteit

A

geldigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geldigheid

A

De conceptualisering, inrichting en uitvoering moeten resultaten opleveren die kloppen met de werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer is onderzoek intern valide?

A

Als onderzoek controleerbaar volgens de regels is uitgevoerd, dat geeft geldige ‘ware’ resultaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer is onderzoek extern valide?

A

Als de resultaten meer betrekking hebben op het algemeen, dus niet alleen voor de deelnemers aan het uitgevoerde onderzoek of de situatie waarin dit plaatsvond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom moet ik altijd de complete onderzoekscyclus doorlopen?

A

Er moet bij elke stap aandacht zijn voor de 5B’s. Niet elke stap hoeft even uitgebreid (intensiteit).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat bepaalt hoe intensief er aan alle aspecten van de cyclus moet worden besteed?

A

De ambitie t.a.v. de generaliseerbaarheid (externe validiteit).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe grondiger het onderzoek hoe …

A

geloofwaardiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

9 generieke kenmerken over begrip ‘onderzoekende houding’:

A
  1. Nieuwsgierig zijn
  2. Een open houding
  3. Kritisch zijn
  4. Willen begrijpen
  5. Bereid zijn tot perspectiefwisseling
  6. Vraagtekens bij het vanzelfsprekende
  7. Gerichtheid op bronnen
  8. Gerichtheid op nauwkeurigheid
  9. Willen delen met anderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Laboratoriumsituatie

A

Een speciaal voor het onderzoek gecreëerde situatie om de hypothese zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen en een maximale kans van uitkomsten te geven.

17
Q

Determinanten van invloed op het implementatieproces (3)

A
  1. De innovatie
  2. De gebruiker
  3. De organisatie
18
Q

Fasen implementatieproces (4)

A
  1. Verspreidingsfase
  2. Adaptiefase
  3. Invoeringsfase
  4. Borgingsfase
19
Q

Resultaat verspreidingsfase

A

De gebruiker is op de hoogte van de innovatie

20
Q

Resultaat adaptiefase

A

De gebruiker is bereid de innovatie toe te passen

21
Q

Resultaat invoeringsfase

A

De gebruiker is in staat om de innovatie toe te passen in de eigen praktijk

22
Q

Resultaat borgingsfase

A

De gebruiker blijft de innovatie toepassen

23
Q

Ethische kwesties t.a.v. deelnemers (en personen in de context)

A

(inter)nationale richtlijnen die tot doel hebben hen te beschermen tegen onvrijwillige deelname en schadelijke gevolgen.

24
Q

Ethische kwesties voor onderzoeker

A

Ethische richtlijnen: verantwoord onderzoeken, praktijkonderzoekscyclus volgen, rekening houden met 5B’s