H8 Woordenlijst - Synoniemen Flashcards

(69 cards)

1
Q

ijverig

A

actief, enthousiast, ambitieus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

onderaan

A

naar beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

fanatiek

A

erg enthousiast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het koor

A

groep van zingende mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de kunstijsbaan

A

plaats waarin je kunt schaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de moestuin

A

tuin voor eetbare planten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zich ontspannen

A

rustig worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tussendoor

A

tussen tween andere dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verdwalen

A

je weg kwijtraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de verzorging

A

zorg, behandeling, onderhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

begraven

A

onder de aarde leggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bruisend

A

levendig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

het diner

A

officieel avondeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

eeuwenoud

A

honderded jaren oud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het gedeelte

A

deel, stuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

helder

A

als je door iets heen kunt kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

indrukwekkend

A

opvallend, machtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

de kont

A

billen (spreektaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

de kust

A

langs een zee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

landelijk

A

nationaal; rustiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

de lieverd

A

schat, lieveling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

de luchthaven

A

vliegveld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

het meer

A

grote hoveelheid water in een landschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

de middeleeuwen

A

periode tussen het jaar 500 en 1500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
ontdekken
vinden voor de eerste keer, leren
26
de overnachting
logeren voor een nacht
27
de rots
grote steen als deel van een landschap
28
schitterend
heel erg mooi
29
vanuit
van ergens naar ergens
30
verblijven
logeren; wonen voor een periode
31
vormen
zijn; laten ontstaan
32
zeilen
varen met een zeilboot
33
zich aanmelden
zich inschrijven
34
belasten
iets dat je vervoor (vooral een letterlijke betekenis); laten betaling voor belasting
35
boksen
vechten met je vuisten als sport
36
de onzin
nonsens, iets belachelijk
37
trainen
regelmatig oefenen
38
het aanbod
wat wordt gegeven (in het algemeen)
39
de bladzijde
pagina
40
het geloof
overtuiging dat iets waar is
41
de indeling
verdeling in onderdelen
42
zich presenteren
introduceren; laten zien
43
schaars
minder dan vroeger; minder dan wat je nodig hebt
44
de voldoening
tevreden gevoel
45
concluderend
afsluitend
46
maatschaapelijk
heeft te maken me samenleving
47
genoegen nemen met
accepteren als genoeg
48
in beslag nemen
veel tijd of ruimte kosten; afpakken als iets verboden is
49
opgaan aan
besteden aan
50
zitten op
meedoen
51
kennismaken met
voor de eerste keer ontmoeten
52
omringen door
iets is om je heen
53
rijk zijn aan
hebben veel van
54
ervaring hebben met
je gebruikte iets of deed iets
55
geschikt zijn voor iets
het lukt wel met iets
56
bijkomen van
herstellen van
57
leiden tot
als resultaat hebben
58
lijden aan
hebben last van (een ziekte)
59
lijken op
overeenkomst vertonen met iets
60
betrokken zijn bij
hebben een relatie; bezorgd over iets
61
bijdragen aan
doen of geven om iets te laten lukken
62
eisen stellen aan
precies vragen aan
63
van kinds af (aan)
sinds je kind was
64
het waard zijn
je krijgt iets goed voor de kosten; hoe duur iets is
65
je hart ophalen
genieten van iets
66
met volle teugen genieten van
genieten heel erg van...je inademt
67
aan de slag (kunnen)
starten; laten we beginnen
68
baat hebben bij iets
positief effect
69
op stap gaan
gaan samen iets doen