H9 aantrekking en intimiteit Flashcards

(17 cards)

1
Q

Impliciet egoïsme

A

Over het algemeen zoeken mensen naar een partner waarmee ze zichzelf kunnen identificeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

complementariteit

A

zoeken naar een partner met het tegengestelde karakter (weinig bewijs voor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

matching fenomeen

A

zoeken naar iemand met dezelfde eigenschappen; even knap, even slim etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

physical-attractiveness stereotype

A

Knap uiterlijk koppelen aan positieve eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

reciprocity principle (wederkerigheids principe)

A

het gevoel iets terug te moeten geven als je iets krijgt

werkt ook als iemand je leuk vindt, je gaat hem/haar zelf ook leuker vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

evaluatieve conditioning

A

door de associaties met de persoon iemand wel/niet leuk vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

twee factor theorie van emotie

A

Schachter en Singer: perceptie van emoties ontstaat door eerst arousal te ervaren en deze vervolgens te koppelen aan een emotie (ik voel spanning, dus ik ben verliefd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

4 factoren die bijdragen aan een relatie

A
  1. Commitment (Betrokkenheid)
  2. Attachment (Gehechtheid)
  3. Equity (Billijkheid)
  4. Self-disclosure (zelfonthulling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Investeringsmodel Rusbult ‘83

hoe ontstaat commitment?

A

Commitment ontstaat door

  1. Kwaliteit van alternatieven
  2. investering in relatie
  3. Tevredenheid relatie (baten, kosten, vergelijkingsniveau)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

4 vormen van hechting Bowbly

A
  1. Secure Attachement (Veilig): hoog zelfbeeld en hoog beeld van anderen
  2. Fearful attachment (Angstig-Vermijdend): laag zelfbeeld en laag beeld van anderen
  3. Anxious-ambivalent attachment (Afwerend): Laag zelfbeeld hoog beeld van anderen
  4. Dismissing attachment (Gedesoriënteerd): Hoog zelfbeeld en laag beeld van anderen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Social Penetration Theory

A

Men komt dichter bij elkaar als intieme dingen gedeeld worden. Vaak leidt dit tot het Disclosure Reciprocity Effect (wederzijdse onthulling effect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 reacties als relatie slechtgaat volgens Rusbult

A
  1. Loyaliteit
  2. Verwaarlozing
  3. Uiting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beschrijving Evolutietheory en Cognitieve Average Theory

A

Evolutie = mutaties en ontwikkelingsproblemen zorgen voor afwijkingen van het gemiddelde: signaal slechte gezondheid/vruchtbaarheid
Cognitieve Averaging Theory: Gemiddelde ‘gezicht’ wordt gezien als veilig en vertrouwd -> door Mere Exposure Effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat maakt iemand aantrekkelijk? 5 Psychologische factoren

A
Psychologische factoren 
1– Gelijkheid (matching fenomeen)
2– Nabijheid / mere exposure 
3– Beschikbare opties
4– Geheime relaties
5– Excitation transfer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Excitation Transfer

A

Romantische misattributie van arousal

VB Horrorfilm, achtbaan, sport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Parental Investment Theory

A

De sexe die het meest moet investeren in nageslacht (en dus het meest risico loopt door sex te hebben) zal het meest kieskeurig zijn in partnerkeuze

17
Q

Verschil tussen man en vrouw in Parental Investment Theory

A

• Mannen: Focus op vruchtbaarheid, gezond nageslacht jong, gezond, mooi
• Vrouwen: Focus op cues die suggereren dat man in staat zal zijn te helpen bij eventuele zwangerschap
– Middelen en zekerheid, status
– Daarnaast ook symmetrie, gezond (goed genetisch materiaal)