H.9 Groepsprocessen: invloed in sociale groepen Flashcards
(24 cards)
Groep
2 of meer mensen die met elkaar interacteren en die onderling van elkaar afhankelijk zijn in die zin dat hun
behoeften en doelstellingen ervoor zorgen dat ze elkaar beïnvloeden.
Inderdependentie
wederzijdse afhankelijkheid tussen 2 of meer personen
Groepsnormen
de sociale normen die gelden binnen een bepaalde groep
Sociale rollen
gemeenschappelijke verwachtingen in een groep over hoe bepaalde mensen geacht worden zich te
gedragen
Groepscohesie
hechtheid van een groep t.g.v. eigenschappen van de groep die de leden ervan met elkaar verbinden
en die onderlinge sympathie bevorderen
Sociale facilitatie (Zajonc)
Zolang de taak eenvoudig en goed aangeleerd is zoals bijv. hardlopen, verbetert de aanwezigheid van anderen de individuele prestaties
Social loafing (sociaal lanterfanten)
de neiging van mensen om in aanwezigheid van anderen minder goed te presteren bij eenvoudige taken als hun individuele prestatie niet kan worden beoordeeld
De-individuatie
proces waarbij normale beperkingen op gedrag worden losgelaten wanneer mensen zich anoniem wanen, bijv. wanneer ze deel uit maken van een menigte, wat leidt tot een toename van impulsief en afwijkend
gedrag
Procesverlies
elk willekeurig aspect van groepsinteractie dat goede probleemoplossing in de weg staat
Transactief geheugen
het gecombineerde geheugen van een groep, dat efficiënter is dan het geheugen van de
individuele leden van een groep.
Groepsdenken (groupthink)
een soort denken waarbij het belangrijker is om de hechtheid en de solidariteit van de groep in stand te houden dan om op een realistische manier naar de feiten te kijken
Groepspolarisatie
de neiging van groepen om beslissingen te nemen die extremer zijn dan de aanvankelijke neigingen van hun individuele leden.
Theorie van de geboren leider
het idee dat bepaalde eigenschappen iemand een goede leider maken, ongeacht de situatie.
Transactionele leider
een leider die duidelijke korte termijn doelen opstelt en mensen beloont die de doelen bereiken
Transformationele leider
een leider die volgelingen inspireert om zich te richten op het nastreven van gemeenschappelijke langetermijndoelen
Contingentietheorie van leiderschap
het idee dat de effectiviteit van leiderschap zowel afhankelijk is van hoe taak of persoonsgericht de leider is, als de mate van controle en invloed die de leider op de groep heeft.
Taakgerichte leider
een leider die zich meer richt op het volbrengen van taken dan op de gevoelens en relaties van medewerkers
Persoonsgerichte leider
een leider die zich primair bezighoudt met de gevoelens en relaties van medewerkers
Sociaal dilemma:
een conflict waarbij een gunstige handelswijze voor een individu, als deze door de meerderheid wordt overgenomen, op de lange duur schadelijk is voor allen.
Voor-wat-hoort-wat-strategie
een middel om samenwerking te stimuleren door je eerst coöperatief op te stellen maar later altijd precies te reageren zoals je tegenstander tijdens de vorige ronde deed.
Onderhandeling
een vorm van communicatie tussen partijen die een conflict hebben waarbij voorstellen en tegenvoorstellen worden gedaan en alleen een oplossing bereikt wordt als beide partijen het eens zijn
Integratieve oplossing
oplossing voor een conflict waarbij partijen op bepaalde punten compromissen sluiten; elke partij geeft het meest toe op punten die voor haar onbelangrijk zijn maar die voor de andere partij juist belangrijk zij
wij-groep (in-group)
de groep waar degene die hem als zodanig typeert, zelf lid van is
zij-groep (out-group)
de groep waar degene die hem als zodanig typeert, zelf geen lid van is