H9 Reclameregels Flashcards Preview

recht voor de creatieve industrie > H9 Reclameregels > Flashcards

Flashcards in H9 Reclameregels Deck (39)
Loading flashcards...
1
Q

drie bronnen van reclameregels

A
  • Burgerlijk wetboek
  • vele bijzondere wetten
  • zelfregulering
2
Q

Burgerlijk wetboek

A

kent drie algemene regelingen voor reclame-uitingen:

  • misleidende reclame
  • vergelijkende reclame
  • oneerlijke handelspraktijken
3
Q

Nederlandse Reclame Code (NRC)

A

bestaat uit een algemene reclame code en een groeiend aantal bijzonder codes, gericht op bijzondere praktijken.

4
Q

vier wettelijke regimes worden onderscheiden waaraan reclame-uitingen in het BW worden getoetst:

A
  • misleidende reclame (alleen voor concurrenten)
  • vergelijkende reclame (alleen voor concurrenten)
  • oneerlijke handelspraktijk (alleen voor consumenten)
  • andere ontoelaatbare reclame (voor iedereen)
5
Q

misleidende reclame

A
  • meestal in een kort geding gevoerd
  • ## toezicht overgelaten aan het zelfregulerend bedrijfsleven
6
Q

goederen

A

zijn zowel zaken als vermogensrechten

7
Q

openbaar maken

A

alle mogelijkheden om iets ter kennis van het publiek te brengen

8
Q

mededeling

A

afbeeldingen, reclame, gebruiksaanwijzing, merk

9
Q

vergelijkende reclame

A
  • vergelijken betreft meestal vergelijkende productreclame

- mededelingen die in de sfeer van afbreken of misleiding kunnen komen.

10
Q

systeemvergelijking

A

wordt vergeleken zonder dat herkenbaar andere merken of namen worden genoemd

11
Q

individuele vergelijking

A

worden de naam of het merk wel genoemd in de vergelijking

12
Q

vergelijkende merkreclame

A

huidige stand van de rechtspraak levert geen geldige reden op. Daarmee is naar de huidige stand van de rechtspraak gebruik van andermans merk in vergelijkende reclame niet toegestaan

13
Q

reclame als oneerlijke handelspraktijk

A
  • tweedeling ontstaan.

- waar een consument tegen op kan komen

14
Q

andere ontoelaatbare reclame

A
  • shockerende, afbrekende, waarschuwende of andersoortige mededelingen
15
Q

shockerende of kwetsende reclame

A

wanneer mensen als gevolg van een advertentie geestelijk lijden ondervinden, wanneer een advertentie discriminerend is voor een bepaalde groep of wanneer een advertentie ten onrechte afbreuk doet aan iemand reputatie.

16
Q

afbrekende reclame

A

het doen van mededelingen over een concurrent, diens waren of diensten, die geschikt zijn om afnemers afkerig te maken om met die concurrent zaken te doen.

17
Q

warenwet/

A
  • geeft regels voor aanduidingen en aanprijzingen op en bij het aanbieden van waren
  • rechtstreekse, toegespitste reclameregels.
18
Q

Aanprijzingsartikel

A

de artikelen hebben betrekking op gezondheids-en veiligheidsclaims.

19
Q

Warenwetbesluit Etikettering levensmiddelen

A

bepaalt dat informatie duidelijk zichtbaar en gemakkelijk leesbaar moet zijn

20
Q

waar worden de wettelijke regels in uitgewerkt

A

in een aantal besluiten

21
Q

warenwetbesluit voedingswaarde informatie

A

bepaalt dat vermeldingen en beweringen over voedingswaarde op een in het oog valende plaats moeten worden vermeld

22
Q

warenwetbesluit nieuwe voedingsmiddelen

A

stelt regels voor de zogenoemde novel foods

23
Q

gezondheidsproducten

A

producten die qua aanprijzing en/of verschijningsvorm een verwantschap met geneesmiddelen hebben

24
Q

claimsverordening

A

voor voeding-en gezondheidsclaims bij levensmiddelen geld ook een Europese verordening

25
Q

claim

A

is elke niet-verplichte boodschap of bewering die aangeeft, de indruk wekt of impliceert dat een levensmiddel bepaalde eigenschappen heeft.

26
Q

twee soorten claims

A

voeding en gezonheidsclaims

27
Q

voedingsclaim

A
  • zegt iets over de voedingskundige samenstelling van een product
  • vergelijkende claims
28
Q

gezondheidsclaim

A

legt een link tussen de consumptie van een product en de gezondheid

29
Q

drie soorten gezondheidsclaims

A
  • generieke claims
  • ziekterisico beperkende claims
  • claims gericht op groei en ontwikkeling van kinderen
30
Q

belangrijkste reclameverbod

A

reclame voor een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning is verleend

31
Q

receptgeneesmiddelen

A

publieksreclame is hiervoor verboden

32
Q

gedragscode geneesmiddelenreclame

A
  • betrekking op de reclame voor geneesmiddelen gericht op de beroepsbeoefenaren
  • specifieke bepalingen terug te vinden omtrent mondelinge, schriftelijke en audiovisuele geneesmiddelenreclame
  • regels omtrent gastvrijheid bij congressen, symposia, bijeenkomsten etc
  • Code voor de Publieksreclame maakt integraal onderdeel uit van de gedragscode
33
Q

Multimediawet

A
  • voor reclame op radio en televisie zijn bepalingen opgenomen
  • voortaan alle audiovisuele mediadiensten reguleren
34
Q

audiovisuele media

A

Richtlijn Elektronische handel en Nederlandse Reclame code

35
Q

telecommunicatiewet

A

regels telemarketing, het spamverbod, mobiele telefoonabonnementen en regeling voor cokkies

36
Q

regime telemarketing

A

eigen klanten benaderen voor het aanbieden van gelijksoortige diensten of producten, mits de contactgegevens zijn verkregen in het kader van de verkoop van een product of dienst

37
Q

Besluit Universele Dienstverlening en Eindgebruikersbelangen BUDE

A

cookie regeling

cookies mogen allen geplaatst worden als een gebruiker vooraf geïnformeerde toestemming heeft verleend

38
Q

Reclame Code Commissie

A

zeven organisaties nemen deel die betrokken zijn bij het maken van reclame, heeft als doel ervoor te zorgen dat in Nederlande op verantwoorde wijze reclame wordt gemaakt

39
Q

verschil RCC en burgerlijke rechter

A

NRC is niet alleen van toepassing op business to consumer reclame, maar ook op business to business reclame