HC. 1 en 2 Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van diarree?

A

> 3x per dag dunne ontlasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de verwekkers van diarree bij kinderen?

A

virussen: rota-, noro-, astro- adenovirus
bacteriën: campylobacter, salmonella, E. coli
parasieten: giardia lamblia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de meest voorkomende verwekker van diarree bij kinderen?

A

rotavirus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn risicofactoren voor het verkrijgen van infectieuze diarree?

A

slechte hygiëne, hoge pH maag/darm inhoud, verminderde motaliteit darm, veranderde intestinale flora, deficiëntie van Ig en intrinsieke ziekte darmepitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat geeft bescherming tegen infectieuze diarree?

A

borstvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe schat je de mate van dehydratie in?

A

interesse om te drinken, gewicht, bewustzijn, vitale parameters, Temp extremiteiten, diurese, traanproductie, vochtigheid slijmvliezenm huidturgor en (ingevallen) ogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een bevinding bij het lichamelijk onderzoek bij salmonella thypi?

A

roseolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer aanvullend onderzoek bij infectieuze diarree?

A

bij ernstige dehydratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk aanvullend onderzoek doen bij infectieuze diarree?

A

bloed-, feces en urinekweken
elektrolyten bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verband tussen het natrium en de dehydratie?

A

Na normaal: isotone dehydratie
Na verlaagd: hypotone dehydratie
Na verhoogd: hypertone dehydratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de behandeling van infectieuze diarree?

A

ORS drinken of per sonde(vocht en elektrolyten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer is er een opname indicatie bij infectieuze diarree?

A

vitaal bedreigd, < 2 mnd, ORS falen, bewustzijnsstoornissen, shock, sociaal(capabele ouders)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar moet je bij iv rehydratie op letten?

A

te snelle correctie hypertone dehydratie, wat hersenen kan bedreigen met oedeem en insulten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer antibiotica geven bij infectieuze diarree?

A

tyfeus, sommige salmonella als er sepsis, immuungecompromitteerdheid is of kind < 3 mnd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat was de bijwerking van het oude rotavaccin?

A

invaginatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt het rotavaccin toegediend?

17
Q

Wat is de grootste complicatie van infectieuze diarree?

A

dehydratie

18
Q

Wat is een bovenste luchtweginfectie meestal?

19
Q

Wat zijn de tekenen van een slechte gasuitwisseling en dat ademhalen moeite kost?

A

verhoogde ademhalingfrequentie en hoge pols

20
Q

Waardoor wordt bronchiolitis meestal veroorzaakt?

21
Q

Wat zijn de symptomen van bronchiolitis?

A

> 1 jaar
verkoudheid en progressief dyspnoe, intrekken, taai slijmproductie, diffuus inspiratoir crepiteren, expiratoir piepen en subfebriel

22
Q

Wat is de diagnostiek voor vaststellen bronchiolitits?

A

PCR sneltest en O2 saturatie

23
Q

Wat is de therapie voor bronchiolitis?

A

O2 suppletie, vochtinname, zonodig beademen, bronchusverwijder indien een merkbaar effect

24
Q

Wat is een nadeel aan bronchuwverwijders?

A

het is ook een vaatverwijder, dus als er geen effect is altijd stoppen

25
Wat is passieve immunisatie tegen bronchiolitis?
profylaxe RSV, alleen bij hoog risico kinderen want erg kostbaar
26
Wat zijn de risicofactoren voor het krijgen van een lage luchtweginfectie?
< 5 jr en > 65 jr, chronische longaandoeningen, hypotonie(spieraandoening waardoor hoesten lastig is), immuundeficiëntie, congenitale afwijkingen long en hart
27
Wat is een veel voorkomende lage luchtweginfectie?
bacteriele pneumonie
28
Wat zijn de symptomen van een pneumonie?
rhonci, crepitaties, koorts, hoesten, tachpnoe, consolidatie op X-thorax
29
Wat is een pneumonie?
ontstekingsproces van de long waarbij alle alveoli betrokken zijn
30
Wat is de therapie tegen pneumonie?
antibiotica, O2 suppletie en vocht