hc 3 Flashcards
(96 cards)
desirability bias
mensen beantwoorden vragenlijsten op een manier waarmee zij goed
overkomen zelfrapportage laat geen perfecte match zien met andere indicatoren van welzijn
wie kwam met de term beneffectance
greenwald
wat houdt beneffectance in
de manier waarop de meeste mensen zichzelf zien, namelijk als nuttig en effectief
wat ontdekten lyumbomirsky, diener en king
ze ontdekten dat mensen die zich gelukkiger voelen en tevredener
zijn met het leven, meestal succesvol waren op veel levensgebieden (betere huwelijken, bevredigendere
vriendschappen en sociale relaties, betere gezondheid, meer betrokken bij hun gemeenschap, betere
coping-vaardigheden, tevredener met hun baan, hoger inkomen). Het voelen van positieve emoties kan
studenten helpen om effectiever te leren, kan vooroordelen over rassen verminderen en kan mensen
helpen om visuele informatie nauwkeuriger te verwerken
Dit lijkt een correlationeel onderzoek, maar ‘blij en gelukkig zijn’ komt vóór positieve
levensuitkomsten
bottom-up theorie swb
swb is een samenvatting van verschillende domeinen
top down swb
swb reflecteert hoe we ervaringen evaluren (huwelijkskwaliteit, werk, inkomen, vriendschappen)
bewijs bottom up
er is bewijs dat levensgebeurtenissen het SWB veranderen. Ervaringen en
situaties beïnvloeden hoe je je leven evalueert. SWB is een samenvatting van domeinen in je
leven (vriendschappen, huwelijkskwaliteit, ingrijpende gebeurtenissen)
top down
persoonlijkheidstrekken/zelf-percepties zijn gerelateerd aan SWB. Hoe reflecteer
je de positieve/negatieve ervaringen die je hebt?
als bottom up correct is
focus op veranderingen van de omgeving en situaties waarin iemand terechtkomt
life-balance model
levenstevredenheid is een functie van gelijke matige tot hoge niveaus van
tevredenheid in belangrijke levensdomeinen
als top down correct is
focus op verandering van iemand attitudes, overtuigingen, percepties of
persoonlijkheidstrekken
predictoren subjectief welbevinden bottom up
geld, inkomen, rijkdom, gender, leeftijd, ras, educatie, klimaat, politiek
predictoren subjectief welbevinden top down
cognitie, positieve sociale relaties, persoonlijkheidstrekken, attitudes
geld between country
Het BBP van landen correleert 0.50 met levenstevredenheid, dus in landen waar
meer geld wordt verdiend is de levenstevredenheid hoger.
leefbaarheid theorie
= toegang hebben tot sociale en economische voordelen in rijke landen kan
verschillen in welbevinden mogelijk verklaren in rijke landen zijn beter sociale voorzieningen
verklaring waarom in landen waar meer geld wordt verdiend de levenstevredenheid hoger is
De mate waarin samenlevingen tegemoet komen aan de basisbehoeften van burgers (veiligheid)
is gerelateerd aan levenstevredenheid hier zijn rijkere landen ook beter in
within country geld
je ziet dat in de groep met het laagste inkomen, het grootste percentage ongelukkig is
en ook een groter percentage neutraal. In Nederland zie je dat mensen met hogere inkomens gelukkiger
lijken te zijn dan mensen met lagere inkomens. Toch is het ingewikkeld. Het is niet zo dat wanneer je
meer inkomen hebt, je levenstevredenheid toe blijft nemen
curvilineaire relatie geld
geld is belangrijk als je er weinig van hebt, maar het wordt
minder belangrijk als je meer geld hebt
tipping point
vanaf een moment neemt je geluk niet veel meer toe wanneer je geld
toeneemt (je welbevinden blijft wel toenemen
Diminishing marginal utility (afnemend marginal nut
als je meer hebt van bepaalde spullen,
zie je het nut er niet meer van in
verschillen tussen landen
Toch zouden er verschillen tussen landen zijn in waar het ‘tipping point’ ligt. Ook zou materialistische
tevredenheid in armere landen meer bijdragen aan welbevinden, terwijl in rijkere landen het meer gaat
om autonomie, respect en socialisatie
kritiek op studie; Blijft subjectief welbevinden dan toch toenemen na de grens van $75.000?
Ja, gebaseerd op
een experience sampling studie het maakt voor SWB dus wel uit hoeveel je verdient en ook
boven het ‘tipping point’ blijft het SWB toenemen
kritiek punt 2 schaal
De curvilineaire relatie en de X-as is een logaritmische schaal (niet-ineair) de toename in
welbevinden neemt sterker toe voor een toename van $15.000-30.000, dan wanneer het
inkomen toeneemt van $120.000-240.000 wanneer je de schaal aanpast naar een lineaire
schaal, zie je dat welbevingen nog steeds toeneemt na het ‘tipping point’, ook al wordt het
minder
individuele variatie geld
Er zijn mensen met veel geld die ongelukkig zijn en er zijn
mensen die weinig geld hebben en alsnog gelukkig zijn het is ingewikkeld of geld gelukkig maakt of niet