HC 3: Beweging Flashcards

(58 cards)

1
Q

Wat is het verschil tussen primair motor- en premotorcortex?

A
  • primaire motorcortex = één ledemaat (contralateraal)
  • premotorcortex = samenwerking van beide kanten van lichaam en meerdere ledematen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voorbeeld primaire motorcortex

A

iets door een buisje duwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voorbeeld premotorcortex

A

iets door een buisje duwen en met andere hand opvangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar zitten spiegelneuronen?

A

premotor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

functie van basale ganglia in beweging:

A

intensiteit bepalen, als een volumeknop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

basale ganglia staan onder sterke invloed van deze neuromodulator (1) en die worden in dit gebied gemaakt (2)

A
  1. dopamine,
  2. gemaakt in substantia nigra
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ander woord voor hypokinesie

A

bewegingsarmoede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

voorbeeld ziekte met hypokinesie

A

Parkinson

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

is Parkinson hypo- of hyperkinesie?

A

hypokinesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ander woord voor akinesie

A

bewegingsloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ander woord (woorden) voor hyperkinesie

A

te veel beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voorbeeld van ziektes met hyperkinesie (2)

A

tourettes, huntington

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Is tourettes hypo- of hyperkinesie?

A

hyperkinesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

is huntington hypo- of hyperkinesie?

A

hyperkinesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

behandelingsmogelijkheden van parkinson

A
  • fysiotherapie
  • deep brain stimulation
  • L-dopa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

motorfunctie van cerebellum

A
  1. coördinatie, houding en evenwicht
  2. aanleren en onthouden van motorische vaardigheden
  3. activatie en nauwkeurigheid van spieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

cerebellar ataxia

A
  • je kan niet bij einddoel van de beweging komen
  • hoe dichter bij je doel, hoe moeilijker de beweging/ controle over de beweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

cerebellar gait

A

lopen alsof je dronken bent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

welk onderdeel van centrale zenuwstelsel stuurt spieren in het hoofdgebied aan (ogen, mond etc.)?

A

hersenstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

welk onderdeel van centrale zenuwstelsel stuurt spieren in romp en ledematen aan?

A

ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

piramidebaan

A
  • tractus corticospinalis
  • zenuw voor bewegingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

weg van hersenen naar spieren bij bewegingen

A

premotorische cortex –> primaire motorcortex –> piramidebaan/tractus corticospinalis –> motorische neuronen in hersenstam of ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

piramidebaan naar ruggenmerg kruist gedeeltelijk, wanner wel en wanneer niet?

A
  • wel: spieren van ledematen (vooral vingers)
  • niet: spieren van romp (nek/buik/rug)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat is de functie van de neocortex bij beweging?

A
  1. plant beweging
  2. organiseert beweging
  3. initieert beweging
25
subcorticale structuren vormen circuits met neocortex om ...?
beweging te controleren
26
apraxia
- onvermogen om doelgericht gedrag uit te voeren (als er geen verlamming of krachtsvermindering is)
27
paralyse
verlamming
28
parese
krachtsvermindering
29
welke bewegingsaandoening komt vaak voor na laesie in de linkerhemisfeer (pariëtaalkwab)?
apraxie
30
in welk gebied is vaak een laesie als een persoon last heeft van apraxie?
linkerhemisfeer (pariëtaalkwab)
31
welke laag bij sensorisch?
laag 4
32
welke lagen bij motorisch?
lagen 5 en 6
33
Wat voor motorische problemen zouden we kunnen verwachten bij een beschadiging van de primaire motorische cortex (in 1 hemisfeer)?
Contralaterale uitval van de ledematen, ipsilaterale uitval van de gezichtsspieren en romp
34
wat doet de posterieure sensorische cortex bij beweging?
stuurt het doel naar prefrontale cortex
35
wat doet de prefrontale cortex bij beweging?
plant de beweging
36
wat doet de premotor cortex bij beweging?
bepaalt volgorde
37
wat doet de motorcortex bij beweging?
voert beweging uit
38
volgorde in de cortex bij beweging:
1. posterieure sensorische cortex --> 2. prefrontale cortex --> 3. premotorcortex --> 4. motor cortex
39
corticale bewegingslexicon
Voorgeprogrammeerde bewegingscategorieën in de motor corticale gebieden
40
motorcommando's: inhibitie van GPI zorgt voor
cortexstimulatie door thalamus
41
motorcommando's: excitatie van GPI zorgt voor
minder thalamische input naar de cortex
42
welke gebieden voeren de complexe, vrijwillige en opzettelijke bewegingen uit?
Premotorische cortex, primaire motorische cortex, en pyramidebaan
43
automatische, eenvoudige en reflexmatige bewegingen gaan grotendeels via
Hersenstam
44
Wat voor gedrag heb je (nog) als je hoogst mogelijke functionele deel je ruggenmerg is?
reflexen
45
Wat voor gedrag heb je (nog) als je hoogst mogelijke functionele deel je achterhersenen zijn?
een soort vegetatieve toestand, je kan je houding aanpassen
46
Wat voor gedrag heb je (nog) als je hoogst mogelijke functionele deel je middenhersenen zijn?
spontane beweging
47
Wat voor gedrag heb je (nog) als je hoogst mogelijke functionele deel je diencephalic is?
gevoel en motivatie
48
Wat voor gedrag heb je (nog) als je hoogst mogelijke functionele deel je basale ganglia is?
(inhibitie van) vrijwillige bewegingen
49
Wat voor gedrag heb je (nog) als je hoogst mogelijke functionele deel je cortex is?
comlexe bewegingen
50
meervoudige representaties binnen een zintuigmodaliteit
1. primair projectiegebied 2. meerdere secundaire projectiegebieden 3. meerdere tertiaire projectiegebieden
51
voorbeeld van primair projectiegebied
V1 in occipitale cortex voor visuele systeem
52
voorbeeld van secundaire projectiegebieden
V3, V4, V5 voor visuele submodaliteiten kleur, vorm en beweging
53
voorbeeld van tertiaire projectiegebieden
waarneming van specifieke objecten zoals gezichten of huizen
54
cognitive slowing
- effect van hersenletsel - verlies van sensorische representaties --> terugvallen op elementaire representaties --> vertraagde cognitieve processen
55
2 hierarchische modellen:
1. Luria (serieel) 2. Felleman en van Essen (distributed)
56
ReservedHuidig Model Corticale Functies
distributed hierachical model
57
distributed hierachical model
- belang van interactie van verschillende interacties - hersengebieden = onderdeel van uitgebreid neuraal netwerk
58
default mode network
ook actief tijdens andere taken (rust)