HC 4 en 5 Flashcards

1
Q

Wat betekenen P (D), P (T|D) en P (T,D)?

A

P (D) = kans op ziekte
P (T | D) = test positief op alle mensen die ziekte hebben
P (T,D) = hoeveel van mensen hebben positieve test en zijn ziek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent sensitiviteit?

A

Sensitiveit = kans dat de test positief is binnen de hele groep die de ziekte heeft = true positive ratio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent specificiteit?

A

Specificiteit = kans dat de test negatief is binnen de hele groep die de ziekte niet heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar hangt de voorspellende waarde na onderzoek van af?

A
  • Sensitiviteit
  • Specificiteit
  • Pre kans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de positief voorspellende/predictieve waarde?

A

De kans op het hebben van de ziekte binnen alle mensen die positief test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de negatief voorspellende/predictieve waarde?

A

De kans op het niet hebben van de ziekte bij alle negatieve testen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent prevalentie?

A

Hoe vaak de ziekte op dit moment aanwezig is/aantal cases op dit moment:

Aantal bestaande gevallen / totale populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is cumulatieve incidentie?

A

Het aantal nieuwe gevallen in een populatie binnen een bepaalde tijd.
In geneeskunde als:
- risk
- case fatality
- 5 years survival
- attack rate
- lifetime risk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het incidentie cijfer?

A

Aantal nieuwe gevallen gedeeld door het aantal levensjaren/persoonsjaren dat door de hele groep is geleefd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe bereken je de levensverwachting?

A

1 / incidentie cijfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly