HC.1 - Screening in de klinische praktijk Flashcards
(21 cards)
Q: Wat is screening?
Systematisch onderzoek van een (ogenschijnlijk) gezonde populatie om risicofactoren of vroege stadia van een ziekte op te sporen.
Q: Wat zijn de soorten screening?
- Populatiescreening: Gericht op een hele bevolkingsgroep, bijvoorbeeld het bevolkingsonderzoek naar borstkanker.
- Case-finding (opportunistische screening): Wordt aangeboden aan individuen die bij een arts komen voor een ander probleem.
- Neonatale screening: Screening bij pasgeborenen op aangeboren aandoeningen zoals PKU en hypothyreoïdie.
- Dragerschapsscreening: Screening bij gezonde mensen om te kijken of ze drager zijn van een genetische ziekte, bijvoorbeeld bij erfelijke bloedziekten.
Q: Wat zijn de criteria voor een goede screeningstest (Wilson en Jungner-criteria)? [niet belangrijk]
- Belangrijke aandoening: De ziekte moet een groot gezondheidsprobleem vormen.
- Behandelbaarheid: Er moet een effectieve behandeling beschikbaar zijn.
- Herkenbaar vroeg stadium: De ziekte moet in een presymptomatisch stadium opgespoord kunnen worden.
- Betrouwbare test: De test moet sensitief en specifiek genoeg zijn.
- Acceptabel voor de bevolking: Mensen moeten bereid zijn deel te nemen.
- Kosten en baten: De test moet economisch verantwoord zijn.
- Continuïteit: Er moet een goed opgezet programma zijn voor verdere diagnostiek en behandeling.
Criteria voor screening volgens dia (deze is belangrijk)
A. Bewijs voor effectiviteit van screening
B. Voordelen van screening zijn groter dan nadelen
C. Redelijke balans tussen kosten en netto voordelen van screening (kosteneffectief)
waar gaat specificiteit over?
Mensen die niet ziek zijn
Waar gaat sensitiviteit over?
Mensen die wel ziek zijn
Dus hoge sens?
Goede ability om de zieken te vinden
En hoge spec?
Goede ability om de niet zieken te vinden
Q: Wat is sensitiviteit?
Definitie: De kans dat een test een ziekte correct opspoort bij mensen die de ziekte daadwerkelijk hebben.
Lage sensitiviteit → Meer fout-negatieven (veel zieken worden gemist).
Hoge sensitiviteit → Weinig fout-negatieve resultaten (bijna alle zieken worden herkend).
Formule:
(aantal terecht positieven)/(aantal terecht positieven + aantal fout negatieven)
Q: Wat is specificiteit?
Definitie: De kans dat een test correct aangeeft dat iemand gezond is bij mensen die de ziekte niet hebben.
Hoge specificiteit → Weinig fout-positieve resultaten (bijna alle gezonden worden correct geïdentificeerd).
Lage specificiteit → Meer fout-positieven (veel gezonde mensen krijgen onterecht een positieve testuitslag).
Formule:
(terecht negatieven)/(terecht negatieven + fout-positieven)
wat is positief voorspellende waarde?
Definitie: De kans dat iemand daadwerkelijk de ziekte heeft bij een positieve testuitslag.
terecht positief / (terecht positief + fout-positief)
Lage PVW ?
Lage PVW → Veel fout-positieven, dus een positieve test zegt minder over de daadwerkelijke aanwezigheid van de ziekte.
Q: Wat is de negatief voorspellende waarde (NVW)?
Definitie: De kans dat iemand daadwerkelijk gezond is bij een negatieve testuitslag.
Formule:
Aantalterechtnegatieven/ (Aantalterechtnegatieven+aantalfout-negatieven)
Q: Voor welke drie soorten screening is een vergunning nodig?
Volgens de Wet op het bevolkingsonderzoek (WBO) in Nederland is een vergunning vereist voor screening die:
- Op kanker
- op ernstig ziekte of onbehandelbare ziekten
- Stralingsbelasting (ioniserende straling)
Q: Hoe verloopt het verkrijgen van een vergunning voor screening in Nederland?
- Een aanvraag moet worden ingediend bij de WBO-commissie van de Gezondheidsraad.
- De commissie beoordeelt de balans tussen voor- en nadelen van de screening.
- Op basis daarvan wordt advies uitgebracht aan de Minister van VWS.
- De minister neemt de uiteindelijke beslissing over de vergunning, meestal in overeenstemming met het advies van de Gezondheidsraad.
Wat is de MCED?
Multi-Cancer Early Detection (MCED) is een nieuwe technologie voor vroegtijdige opsporing van meerdere soorten kanker met één enkele test.
Q: Wat zijn de uitdagingen van MCED?
- Vals-positieve resultaten kunnen leiden tot onnodige diagnostiek en angst.
- Vals-negatieve resultaten kunnen een vals gevoel van veiligheid geven.
- Kosten en implementatie in bevolkingsonderzoeken zijn nog in ontwikkeling.
- Er is meer klinische validatie nodig voordat grootschalige toepassing mogelijk is.
Q: Wat is het verschil tussen surveillance en screening?
Surveillance:
- Doorlopende monitoring van een populatie of individuen om ziektepatronen en trends te volgen.
- Gericht op het opsporen van veranderingen in ziekte-incidentie of risicofactoren over tijd.
Screening:
- Eenmalige of periodieke test bij mensen zonder symptomen om een ziekte in een vroeg stadium op te sporen.
- Gericht op vroegtijdige detectie en preventie van ziekten.
Wat is overdiagnose?
Detectie van een ziekte die nooit klinische symptomen zou hebben veroorzaakt of tot sterfte zou hebben geleid.
Q: Wat is overbehandeling?
Het geven van een medische behandeling die niet noodzakelijk is en geen klinisch voordeel oplevert voor de patiënt.
Vaak een gevolg van overdiagnose, waarbij een aandoening wordt behandeld die nooit klachten zou hebben veroorzaakt.