HC.2 - Het binnenoor Flashcards
(45 cards)
wat zijn normale prestaties van het auditieve systeem?
- Drempel vibraties: 0,3 nm in cochlea
- frequenties van 50-16000 Hz
- frequentieverschillen van < 1%
- minimaal waarneembaar hoekverschil tussen 2 geluidsstromen ca 1 gr
- precisie in intraurale tijdsverschillen 10 us (goed ivm dieren)
wat is het slakkenhuis en waaruit bestaat dit?
Cochlea = slakkenhuis met daarin het binnen oor
Wat: buis die om een kern heen slingert naar de binnenkant van het oor toe –> richting is schuin omhoog en naar voren
Kern: modiolus = ganglion spirale –> n cochlearis (8)
Bestaat uit
- Scala vestibuli: bovenkant –> contact met het evenwichtsorgaan
- scala tympani: onder –> contact met het ronde venster
- Scala media = ductus cochlearis –> hierin orgaan van Corti
Scala media wordt omgeven door:
- stria vestibularis
- basilair membraan
- membrana vasculares = membraan van Reissner
Via ductus reuniens verbonden met de rest van het labyrintW
wat doet het orgaan van corti?
Detectie trillingen die zich voortplanten en omzetten in een elektrisch signaal (AP)
Eigenlijke receptor binnen oor
Ligt als een epitheel laag over de gehele lengte van het basilair membraan –> trillingen omzetten in elektrisch signaal
wat is het promontorium?
Basale winding van de cochlea
hoe verloopt de cochlea?
Buis wordt steeds dunner en is te verdelen door een schot = lamina spiralis ossea
Deze is deels onderbroken door een vlies = basilair membraan –> hierop rust het orgaan van Corti (eigenlijke receptor orgaan van het binnenoor)
Welke soorten labyrint zijn er?
- Vliezige labyrint:
- gevuld met endolymfe: geproduceerd in de ductus cochlearis (door stria vasuclaris) en Geresorbeerd in de saccus endolymfaticus
a) ductus semicircularis: evenwicht (detectie versnellingen)
b) utriculus: horizontale stand
c) sacculus: detectie verticale stand
d) ductus cochlearis (scala media)
f) saccus endolymfaticus: vloeistof in labyrint wordt hierdoor opgenomen
- Benige labyrint = gedeelte in rotsbeen dat zich om het vliezige labyrint bevindt
a) canales semicircularis; onderdeel evenwichtsorgaan (zit om de ductus)
b) cochlea: zit rond de ductus
c) vestibulum; rond utriculus en sacculus
Tussen vliezige en benige labyrint bevindt zich perilymfde –> lijkt op CSF
wat is kenmerkend voor de samenstelling van endolymfde?
hoge concentratie K en lage Na
hoe verloopt het vliezige labyrint?
- Voetplaat stapes in contact via ovale venster
- contact met scala vestibule
- loopt door tot het helicotrema = apex
- hier komen scala vestibuli en scala tympani samen –> vestibuli gaat over in tympani
- scale tympani eindigt in het ronde venster
- Scala media: vliezen –> continu (doorlopend) met het evenwichtsorgaan
welke zenuw is betrokken bij het oor?
Ganglion spirale = ganglion cochleare –> hierin neuronen –> vezels lopen naar n coclearis –> gaat samen met de n vestibularis tot n. vestibulocochlearis (n 8)
wat doet een geluidsgolf?
Lopende golf = traveling wave –> lopende golf theorie van Von Bekesy
- Bereikt afh van de frequentie op een specifieke plek in de cochlea een maximum amplitude
- dooft hierna snel uit
- op de plek van de maximale amplitude worden de haarcellen geactiveerd
Hoge frequenties: pieken meer aan et begin (basale windingen) –> snel trillen
lage frequenties pieken meer aan het eind (bij de apex) –> langzaam trillen
Basilair membraan: smal en stijf aan de basis –> viool
En breed en slap aan de apex –> contrabas
Op welk principe is het lokalisatie principe gebaseerd?
Tonotopie: ligging maximum angst af van de frequentie omdat de stijfheid van het basilair membraan verandert over de cochlea
2 haarcellen die naast elkaar liggen worden door dezelfde frequenties geactiveerd
welke haarcellen zijn er?
1 rij binnenste haarcellen voor het doorgeven van signalen
3 rijen buitenste haarcellen: gevoeligheid en aanpassen op geluidssterkte
Hoe werken de haarcellen?
Stereocilia (haartjes) op de apicale zijde zitten in een gelei = membrana tectoria
Als de haartjes bewegen –> verandering elektrische eigenschappen van de haarcellen –> wel of geen activatie
Dus basilair membraan gaat trillen –> verschuiving membrana tectoria –> afbuigen haartjes
- eerst upward face
- daarna downward face
De haartjes bewegen in dezelfde frequentie
wat zijn kenmerken voor de binnenste haarcellen?
- bewegingsdetectie basilliair membraan –> activatie n cochlearis (LO: voert zelf geen AP en is geen neuron)
- Door vezels van ganglion spinale (afferente vezels)
Wss wel iets van efferente vezels ook - meer dan 90% vd (afferente) dendrieten van de ganglioncellen zitten op de binnenste haarcellen –> geluidsinfo naar de hersenen
- een dendriet van een ganglion maakt contact met 1 binnenste haarcel –> elke binnenste haarcel wordt door ganglioncellen ginnerveerd
hoe werken de binnenste haarcellen?
- afbuigen haartjes in de richting van hoogste stereocilia in de richting van de stria vasculaire (lateraal)
- tip links (specifieke draadjes) trekken een kanaaltje open
- K stroom naar binnen (kation kanaal)
a) in endolymfe is [K] hoog (Cave: normaal juist laag extracellulair)
b) een hoge potentiaal (= 80 mV) verschil - depo cel (MP meer +)
- openen Ca kanalen aan basale zijde vd cel
- Ca stroomt de cel in
- vesicles fuseren met membraan
- storten glutamaat uit
- AP in afferente zenuw
- als toon weg is sluiten de kanalen weer
wat is kenmerkend voor de k concentratie bij de binnenste haarcellen?
Endolymfe: hoog K concentratie –> amicale zijde
Aan de basale zijde zit de perilymfe –> verhouding K is normaal –> K cel uit –> repolarisatie
wat gebeurt er bij de hyperpolarisatie?
K kanalen weer dicht
membraan potentiaal weer negatiever
wat bepaalt een beetje welke kanalen wanneer open gaan?
De frequentie –> MP gaat dus ook op en neer
wat is de MP in rust?
Er staan wel wat kanalen vn Ca open –> niet 0.
Hoe gaat geluid door de basilair membraan heen?
Als een sinus
- als omhoog: haartjes buigen af naar rechts –> depo
- als omlaag: haartjes buigen af naar links –> hyperpolarisatie –> kanaaltjes nog meer dicht dan in rust –> onder de ruststand
In rust = geen geluid –> nog wel enige kanaaltjes open dus
waarom is de hyperpolarisatie belangrijk?
Verhoogd de dynamische range
wat zijn kenmerken voor de buitenste haarcellen?
- bewegingsdetectie basilair membraan voor een veranderde gevoeligheid van het orgaan van Corti –> zodat hele zachte geluiden ook horen
- Efferente innervatie: hersenactiviteit kan dus de gevoeligheid van de cochlea veranderen
- door de buitenste haarcellen is er bij veel lagere stimuli al meer activatie
a) meer gevoelig voor zachte geluiden
b) bij harde geluiden niet per se hele gevoelig - Compressie: gevoeligheid bij harde geluiden is juist veel minder dan bij zachte geluiden
hoe werken de buitenste haarcellen?
Prestine: spanningsafhankelijke beweging in de richting van de lengte as
- Cel wordt:
a) depo: korter
b) hyperpolarisatie: langer - De lengte verandert obv MP –> eigenschappen van membraan van Corti veranderen hierdoor
DUS: MP verandert de mechanische eigenschappen van de cel –> dynamische range verhoogt (door compressie) en dus gevoeliger voor zachte geluiden en ongevoeliger voor harde geluiden
- belangrijk bij frequentie selectiviteit
- veraentworodeijk voor foto-akoestische emissies
welke cellen gaan als eerste kapot en wat is hiervan de consequentie?
De buitenste haarcellen zin hele kwetsbaar en gaan dus als eerste kapot
zachte geluiden minder goed verstaan