HC4: Bloed en bloedcellen Flashcards
(37 cards)
Waardoor kunnen er veranderingen in het interne milieu optreden?
- Interne veranderde waarden (pH/ temperatuur)
- Prikkels, beschadingen/ micro-organismen van buitenaf
- Interne voedingsstoffen- en afvalstoffen concentraties
- Interne communicatie
Met wat voor cellen is een bloedvat altijd afgedekt?
eenlagig bedekkend plaveisel endotheel
Welke typen bloedvaten zijn er allemaal?
- Arteriën: gespierde wand (geven drukbewegingen vanuit hart door)
- Venen: hebben kleppen voor terugstromend bloed
- Capillairen: endotheelwand, 1 cellaag dik
Welke typen capillairen zijn er allemaal?
1) continue capillairen: kleine gaatjes, kleine stoffen
2) Gefenestreerde capillairen: capillairen met dunnere gedeelten (darm)
3) sinusoïdale capillairen: capillairen met grote gaatjes (beenmerg, lever)
Wat is de bloedsamenstelling?
- Plasma
- Cellen
- rode bloedcellen, erytrocyten
- witte bloedcellen, leukocyten
- bloedplaatjes, trombocyten
Wat is serum?
Plasma - stollingsfactoren
Wat is hematocriet?
De hoeveelheid rode bloedcellen
Waarom hebben erytrocyten een biconcave vorm?
- groter oppervlak –> betere gaswissling
- gemakkelijk door capillairen bewegen
Wat gebeurt er bij koolstofmonoxide vergiftiging?
hemoglobine bindt aan koolstofmonoxide en laat niet meer los. Hierdoor kan O2 en CO2 er niet meer aan binden en vindt er geen stofwisseling meer plaats.
Waarom is albumine een belangrijke stof in de capillairen?
Deze stof zit in het plasma en zorgt ervoor dat de osmotische druk constant gehouden wordt.
Wat zijn globulinen?
Dit is een stof die ook in het plasma zit. Het bestaat uit 3 fracties;
- alfa-globuline: enzymen-inhibitoren + transporteiwitten
- beta-globuline: transferrine + LDL (cholesterol)
- gamma-globuline: immunoglobulinen (antistoffen)
Welke bloedgroep heeft antigeen A?
Bloedgroep A, AB
Welke bloedgroep heeft antigeen B?
Bloedgroep B, AB
Welke bloedgroep heeft geen antigenen?
Bloedgroep O
Welke bloedgroep heeft antistof B?
Bloedgroep A, O
Welke bloedgroep heeft antistof A?
Bloedgroep B, O
Welke bloedgroep is universele donor?
Bloedgroep O
Welke bloedgroep is universele ontvanger?
Bloedgroep AB
Welke delen/ welk deel van het bloed wordt gedoneerd?
alleen de erytrocyten. Hierdoor zijn er geen antistoffen aanwezig in het donorbloed.
Waaruit ontstaan bloedplaatjes?
megakaryocyten (in het beenmerg)
Het is een afsnoering vann het cytoplasma en het membraan van de megakaryocyt
Hoe werken bloedplaatjes?
1) schade in weefsel, er worden stoffen uitgescheiden die de trombocyten opmerken
2) Bloedplaatjes/trombocyten hechten aan het beschadigde deel vh endotheel –> er ontstaat een plug
4) Bloedplaatjes zorgen voor activatie van stollingscascade
protrombine –> trombine
fibrogeen –> fibrine
fibrine –> fibrinedraden
sluiting beschadigde/gescheurde deel bloedvat
Wat doen neutrofiele granulocyten?
fagocyteren en doden bacterie middels:
- collagenase (doordringen in het bindweefsel)
- lysozym (bacteriële wand door knippen)
- lactoferrine (binding groeifactor aan bacterie: bacterie gaat barsten)
Wat is het verschil tussen eosinofiele en basofiele granulocyten?
Eosinofiele granulocyten:
betrokken bij parasitaire infecties, allergische reacties, remming van acute ontstekingen en internalisatie van Ag-Ab complexen
Basofiele granulocyten:
zetten een IgE-respons in gang –> histamine gevormd –> vasodilatatie + via chemotaxis activiteit stimuleren neutrofiele en eosinofiele granulocyten
Waar zijn kleine lymfocyten te vinden?
In bloed- en lymfevaten