HC.4 - Schouderanatomie Flashcards

(37 cards)

1
Q

Tot welke groep spieren behoren de rotatorcuff spieren?

A

De arm en schouderspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke bewegingen doet deltoideus?

A
  • Abductie
  • Anteflexie
  • Retroflexie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Origo deltoideus?

A
  • Pars spinalis
  • Pars acrominalis
  • Pars clavicularis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Insertie deltoideus?

A

Tuberositas deltoidea (midden van de zijkant laterale kant humerus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar bestaat schoudergordel uit?

A

Sternum, scapula en clavicula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heet zenuwbundel die richting arm gaat?

A

Plexus brachialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar loopt de caput longum pees door heen?

A

Tussen tuberculum majus en minus van humerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar origo korte kop biceps?

A

Proc. coracoideus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de labrum glenoidale?

A

ring van kraakbeen die rondom de onderkant van het schoudergewricht ligt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar bindt de lange pees van de bicep prc op?

A

Die bindt niet perse aan glenoid, maar aan de labrum glenoidale (tuberculum supraglenoidale)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe schouder op zn plek houden?

A

Door kapsels en banden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom ruimte rondom banden bij de kapsel?

A

Om arm nog wel de ruimte te geven om beweging te maken, als dit strak zou zitten zou dit onmogelijk gemaakt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 3 grote groepen spieren mbt anatomie rond de schouder?

A
  1. Romp -> Schouder(blad)
  2. Schouder(blad) -> Arm
  3. Romp -> Arm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke spieren Romp -> Schouder(blad)

A
  • m. trapezius
  • m. serratus anterior
  • m. rhmboideus
  • Levator scapulae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Origo trapezius?

A

Ruggenwervel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Insertie trapezius?

A
  • Pars spinalis
  • deels pars acrominale
17
Q

Functie(s) m. serratus anterior

A
  • Houden schouderblad op zn plek
  • Helpt bij arm omhoog bewegen, door draaien schouderblad
18
Q

Functies - m. rhmboideus

A

Schouderblad op zn plek houden en beweging mogelijk maken. Niet perse stabiliteit arm

19
Q

Functies levator scapulae

A

Schouderblad op zn plek houden en beweging mogelijk maken. Niet perse stabiliteit arm

20
Q

Welke spieren van schouder -> arm?

A
  1. m. supra spinatus
  2. infraspinatus
  3. teres minor
  4. subscapularis (voorzijde)
  5. Deltoideus
22
Q

Over wat lopen de schouder-arm spieren? (origo)

A

Glenoidale gewricht

23
Q

Origo subscapularis?

A

insertie is Tuberculum minus, ORIGO is fossa subscapularis

24
Q

Schouder -> arm spieren functie?

A

Rotatie (rotator cuff), korte spieren dichtbij elkaar -> dus krachtig, stevig, veelkracht. Deze zorgen o.a. ervoor dat arm niet uit de kom gaat bij t gooien van een bal :)

25
Wat doet deltoideus?
Kracht en beweging, anteflexie, retroflexie, abductie, exorotatie
26
Hoe lopen romp -> arm spieren vaak? en tot wat leidt dit ?
Juist niet over schoudergewricht, waardoor t minder doet mbt stabiliteit, maar juist meer mbt beweging
27
Welke romp -> arm spieren?
1. m. latissimus dorsi 2. m. pectoralis major
28
Waar helpt pectoralis major mee?
Optillen van de arm
29
Welke 5 eind zenuwen plexus brachialis?
1. n. muscolocutaneus 2. n. axilaris 3. n. radialis 4. n. medialis 5. n. ulnaris
30
Volgorde vanaf ruggenwervels van de zenuwen?
1. Radix 2. trunci 3. divisiones (uitwisseling van zenuwbundels bij elkaar) 4. fasciculus (stap voor da ze naar einde gaat, dus mv n. medialis)
31
faciculus posterior welke zenuwen?
Nervus Radialis C5-Th1, innerveert alle dorsale boven- en onderarmspieren: extensoren van de schouder, elleboog, pols en vingers. Huid dorsale zijde arm. Loopt lang humerus. Bij uitval: ‘dropping hand’. Nervus Axillaris C5-C6, innerveert de mm. Deltoideus (abductie schouder) en Teres Minor (rotatorcuffspier: belangrijk voor stabiliteit in schouder), huid lateraal bovenarm. Loopt uit plexus om de nek van de humerus heen
32
Fasciculus lateralis?
Nervus Musculocutaneus C5-C7, ventrale bovenarmspieren: flexoren van de schouder en elleboog, huid laterale zijde onderarm. Loopt dwars door M. coracobrachialis
33
Fasciculus medialis?
Nervus Ulnaris C8-Th1, 1,5 ventrale onderarmspier, intrinsieke hanspieren (fijne motoriek), huid ulnaire zijdehand (rond pink en helft ringvinger), loopt langs ‘telefoonbotje’ en door kanaal van Guyon. Bij uitval: klauwhand. Nervus Medianus (Komt uit Fasciculus Medialis en Lateralis)C6-Th1, innerveert voornamelijk ventrale onderarmspieren: flexoren pols en vingers, thenarspieren (thenar=duimmuis), huid handpalm en vingers aan de radiale zijde. Bij proximaal medianusletsel: predikershand. Pink en ringvinger kunnen nog wel buigen door N. Ulnaris en atrofie van de thenarmusculatuur
34
Dus welke fasciuli vanuit medianus?
uit Fasciculus Medialis en Lateralis
35
Waar draait radialis van dorsaal naar ventraal?
Beloop is vanuit oksel achter humerus (dorsaal) en dan van binnen de elleboog kruisen richting duim zijde
36
Take home message!
1. Stabiliteit komt vooral van de spieren bij de schouder 2. 3 spiergroepen: romp-schouder, schouder-arm en romp-arm 3. Innvervatie arm komt vd plexus brachialis
37