HC5 analyseren Flashcards
(26 cards)
Grand theorie
Opereren op abstract en meer algemeen niveau. Doordat ze zo abstract zijn is het moeilijk om een link te maken met de echte wereld
Middle Range theorie
Meer gericht op emperische feiten. Zitten in gelimiteerd domein
Deductief, startpunt
theoretisch framework, template, codeerschema
Deductief werkwijze:
Intergreren data in het codeerschema. Code’s en thema’s zijn vooraf gedefineerd. Op basis van theorie of explorerende video’s
Inductief: startpunt
Participanten een stem geven. Codeschema volgt uit data.
Inductief werkwijze:
vb: thematische analyse, grounded theory
Narratieve analyse:
onderzoekt de verbinding van verbale uitingen met een serie gebeurtenissen
Kwalitatieve inhoudsanalyse
coderen interpreteren van teksten. Opbouwen codeboek ( tussen kwalitatief en thematisch in)
Kritische discoursanalyse
zoeken naar argumentatie patronen
Interpretatieve fenomenlogische analyse
Hoe geven mensen betekenis aan hun omgeving. Interpretatieve fase gericht op betekenisgevingsprocessen
Thematische analyse
Inductief, en zoekt naar betekenisheden, lijkt op grounded theory maar ander doel
Template analyse
deductief, met gebruik van codeboom vooraf
1e stap analyse
Klaarmaken van het materiaal (digitaliseren)
2e stap analyse
Databeheer (organiseren van data)
3e stap analyse
Afbraakfase (filteren, opdelen, fragmenteren)
4e stap analyse
Opbouwfase (linken, verbinden), opbrengst: constructen, concepten variabelen, thema’s
5e stap analyse:
Rapporteren
Transciberen moet:
woord voor woord, non verbale communicatie, anomiseren, memo’s toevoegen
Open coderen doel:
fragmenteren vd data en ontwikkelen van codelijst passend bij ruwe data
Wat is fragmenteren:
afbreken door open te coderen. Kunnen zijn: woorden, zinnen, alinea
niet direct gaan coderen, maar:
Samen beluisteren interviews, lezen van elkaars transcripten.
Transcripten lezen op 3 manieren
Eerst cognitief (leren kennen wat er staat), daarna interpretatief (wat is de betekenis) en reflexief (wat was mijn rol)
Valsstrikken open coderen
Projectie van eigen kenmerken aan de ander
scheven of eenzijdige steekproeven, stemming en stijl
gelijkenissen niet zien
Wat houdt axiaal coderen in?
Starten met opbouwen, codes reduceren/integreren. Categoriseren