HC.6 & HC.7 Anatomie Onderbuik en (Kleine) Bekken en Retroperitoneum Flashcards

(28 cards)

1
Q

Waaruit bestaat de onderbuik?

A

Intestinum tenue, ileo-cecaalhoek, colon, rectum en het anale kanaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke delen wordt het intestinum tenue opgedeeld?

A

Jejunum en ileum. Het ileum gaat via de ileo-cecaalhoek over in het cecum. Dit wordt vervolgd door het colon en eindigt in het rectum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe is de dunne darm bevestigd?

A

Aan het dorsale mesenterium via het radix mesenterii.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe beginnen de grote bloedvaten naar de dunne darm?

A

Allemaal retroperitoneaal vanuit de aorta?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat de truncus coeliacus?

A

Arteria Hepatica Communis
Arteria Splenica of Lienalis
Arteria Gastrica Sinistra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de arteriae gastrica en gatro-omentalis?

A

Dat zijn de bochten van de maag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn anostomosen?

A

Als twee vaten elkaar tegenkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke twee vaten komen samen in de binnenbocht en welke in de buitenbocht?

A

Binnen: a. gastrica dextra en a. gastrica sinistra
Buiten: a. gastro-omentalis sinistra en a. gastro-omentalis dextra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe is de milt en maag met elkaar verbonden?

A

Ligamenten, kunnen kapot getrokken worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zit er aan de ventrale, dorsale, craniale, caudale, laterale en mediale zijde van het bursa omentalis?

A
Ventraal: omentum minus & maag
Dorsaal: pancreas
Craniaal: lever
Caudaal: colon transversus
Lateraal: milt
Mediaal: foramen epiploicum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kan je bij de pancreas komen?

A

Via het omentum minus, bovenlangs en onderlangs het colon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de volgorde van delen van de maag van proximaal naar distaal?

A
  • Cardia
  • Fundus
  • Corpus
  • Antrium
  • Pylorus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In welke richting stroomt de vloeistof in de structuren in het ligamentum hepatoduodenale?

A

2x naar de lever (a. hepatica propria en v. porta)

1x naar het duodenum (ductus cholenicus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de verschillen tussen jejunum en ileum?

A

Jejunum: rozige kleur, lange vasa recta (1-3 cm), weinig arcades, zichtbare arcades en window, minder vet
Ileum: grijzige kleur, korte vasa recta (1-2 cm), veel arcades, dik mesenterium, slecht zichtbare arcades, meer vet, kleine lymfeknoopjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waaruit komen de bloedvaten voor de darmen?

A

Radix mesenterii, loopt van links boven naar rechtsonder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarvoor is het jejunum?

17
Q

Wat is het ileocecaal hoek?

A

De hoek die het ileum maakt met het coecum.

18
Q

Welke punten heeft de appendix?

A
  • McBruney’s punt (basis van de appendix)
  • Monro’s lijn
  • Punt van Lanz (apex van de appendix)
19
Q

Welke positie heeft de appendix?

A
  • Retrocecaal (65%)
  • Pelvine (30%) gerelateerd aan: blaas en rechter ovarium
  • Zwangerschap verplaatst het
20
Q

Door welke twee hoofdtakken wordt het colon gevasculariseerd?

A

A. mesenterica superior en inferior.

21
Q

Waarin splitst de a. mesenterica superior?

A
  • Middle colic artery
  • Right colic artery
  • Ileocolic artery
22
Q

Waar gaat alle veneuze afvoer heen vanuit de buik?

A

Via v. porta door de lever dan naar de v. cava inferior.

23
Q

Uit welke delen bestaat het rectum?

A

1e deel: intraperitoneaal
2e deel: deels intraperitoneaal
3de deel: extra/sub peritoneaal

24
Q

Hoe verloopt de defaecatie?

25
Wat geldt voor organen die intraperitoneaal?
Alles wat intraperitoneaal ligt heeft een mesoterium.
26
Waar liggen de nieren?
Bedekking: peritoneum - pararenaal vet - fascia renalis - perirenaal vet - nier, vet is voor bescherming.
27
Hoe passeert de oesophagus het diafragma?
Door rechter crus, met peesplaat.
28
Wat is een eigenschap van de dikke darm en niet van de dunne?
Appendix epliploica.