HC.7: Signaaltransductie Flashcards

1
Q

Algemene principes signaaltransductie

A

Communicatie tussen verschillende cellen, leidt tot homeostase.
Moleculaire mechanismen die zorgen voor communicatie tussen celmembraan en intracellulaire eindpunten en die cellulaire veranderingen teweeg brengen.
Circuits voor doorgeven van info en beïnvloeding van processen via schakelaars.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stappen signaaltransductie

A

Signalerende cel –> ligand –> receptor –> intracellulaire eiwitten –> effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Typen ligand

A

Ion: Ca
Aminozuur: Adrenaline, schildklierhormoon
Peptide: CRH, GnRH, TRH
Eiwit: ACTH, TSH, insuline
Suiker: glucose
Cholesterol: alle steroïdhormonen
Lipide: vitamine A, vrije vetzuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Typen receptoren

A

Chemie van ligand bepaalt het type receptor
Kern receptoren: ligand is lipofiel en hydrofoob en passeert celmembraan
Membraan receptoren: ligand is hydrofiel en kan membraan niet passeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Doelen signaaltransductie

A

Bereik van het juiste signaal
Doorgeven van de juiste informatie
Tijdig en accuraat
Bewerkstelligen van het juiste effect
Effectieve beëindiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Specificiteit

A

Receptor herkent alleen zijn eigen ligand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Affiniteit

A

Bij een hoge affiniteit bindt de receptor de ligand bij zeer lage concentraties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Signaaltransductie via kernreceptoren

A

Directe beïnvloeding transcriptie
Signalerende cel –> ligand –> receptor –> effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Domeinen kernreceptoren

A

Hormoonbindingsdomein
DNA bindingsdomein: herkent hormoon respons element in promotor van gen
Dimerisatiedomein: herkent partner
Co-activator / co-repressor interactie domein: herkent factoren die rol spelen bij versterken of remmen van het signaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Types kernreceptoren

A

In ongebonden staat gelegen in cytoplasma
Bevinden zich in de celkern, ongeacht bindingsstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Signaaltransductie via membraanreceptoren

A

Second messenger
Signalerende cel –> ligand –> receptor –> intracellulaire eiwitten –> effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Types membraanreceptoren

A

Ion gekoppelde receptoren
G-eiwit gekoppelde receptoren
Enzym gekoppelde receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Domeinen membraanreceptoren

A

Hormoonbindingsdomein
Transmembraandomein: verankering
Transductiedomein: geeft signaal door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Typen intracellulaire moleculaire schakelaars

A

GDP-GTP omzetting (G-eiwit)
Fosforylatie-defosforylatie (enzymen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly