HC.9 Congenitale Hartziekten (bij Volwassenen) Flashcards

1
Q

Prevalentie congenitale hartziekten

A

28% van aangeboren afwijkingen meest gehanteerde schatting: 8 per 1000 levendgeborenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Embryologie

A

Het hele hart ontstaat uit cellen —> buisjes —> vorm hart complet aanleg van het hart in de eerste 7 weken van de zwangerschap
Bij 8/1000 gaat er dus wat mis, vaak in de eerste 7 of 8 weken van de zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oorzaken verstoorde hartaanleg

A

Genetisch foute codering, spontaan of erfelijk

Spontaan foute celdeling, down syndroom

Infecties, rubella (rode hond)

Straling (vliegen ook), rontgen/radioactiviteit

Medicatie, bv bloedverdunners

Drugs/alcohol/roken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

8 meest voorkomende

A
ventrikelseptumdefect 34%
atriumseptumdefect 13%
open ductus botalli 10%
pulmonalisstenose 8%
coarctatie van de aorta 5%
tetralogie van fallot 5%
transpositie van de grote vaten 5%
aortastenose 4%

Samen is dit 84% van alle hartafwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ventrikelseptumdefect (VSD)

A

kamer-tussenschot-gaatje
Defect tussen beide hartkamers
Meest voorkomende afwijking op kinderleeftijd, 34%
Bloed gaat van linkerkamer niet allemaal aorta in maar een deel gaat via dat gaatje de a. pulmonalis in–> nog een keer naar longen–> meer O2, maar kan niet meer dan 100% verzadigen–> wel een deel bloed die naar aorta moet gaat daar niet heen–> baroreceptoren in aortaboog niet genoeg bloed–> hart harder–> meer bloed rond (omdat deel weglekt de verkeerde kant op worden de linkerkamer en linkerboezem wijder omdat meer bloed rondgepompt moet worden

VSD is links-rechts shunt en is volumebelasting voor linker ventrikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Outlet VSD

A

vlak voor aorta

chirurgisch gesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Inlet VSD

A

kleppen van de boezems

chirurgisch gesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Musculeus VSD

A

in spier deel van septum, kan soms spontaan dichtgaan

als heel groot en belastend ook chirurgisch gesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Atriumseptumdefect (ASD)

A

boezem-tussenschot-gaatje
Defect tussen de beide boezems: gaat van links naar rechts omdat links drukken hoger zijn, in LV is druk ongeveer 120 systolisch. In de rechterkamer meer 25mmHg. Dus dit is een links-rechts-shunt

Maar nu gaat het bloed in de boezem al naar rechts–> bloedstroom naar RV–> ASD is volumebelasting voor RV–> rechter deel hart wijder want cruciaal dat genoeg bloed naar lichaam
Vaak niet ontdekt, geen klachten, geen ruis–> meest voorkomende afwijking op volwassen leeftijd

Als het gat heel groot is: operatie
Als het gat niet heel groot is: met paraplu sluiten (via lies naar binnen–> katheter–> via v. cava inferior in RA–> gaatje–> paraplu door septum–> ontplooi 1 kant paraplu–> trek terug–> ontplooi andere kant paraplu–> katheter los–> paraplu op zijn plek): device

Links-rechts shunt
Volumebeslasting voor de rechterkamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ASD I

A

bij kleppen, grens atria en ventrikels

partieel atrioventriculair septum defect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ASD II

A

Midden in atrium septum, komt meest voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sinus venosus defect (ASD)

A

Bij v.cava superior of inferior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Open ductus arteriosus (ductus Botalli) 10%

A

Ductus botalli tussen aorta en a. pulmonalis. In de buik open voor foetale circulatie

3 dagen na geboorte sluiten spontaan onder invloed van prostaglandines, zo niet–> ODA

Shunt van links naar rechts, volumebelasting linker ventrikel

Sluiten via katheter: via lies–> v. cava inferior–> RV–> a. pulmonalis–> zo bij ductus

Sluiten via katheter: via slagader lies–> tegen bloedstroom in (retrograad)–> aorta–> zo bij ductus

sluiten met paraplu, of met coil: ringetjes–> ductus stolt dicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hartklepafwijkingen: stenose

A

Stenose= vernauwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hartklepafwijkingen: insufficientie

A

Insufficientie= lekkage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hartklepafwijkingen: atresie

A

Atresie = ondoorgankelijk
Bijvoorbeeld atresie tricuspidalisklep (zeldzaam)
Er is bloedflow nodig voor aanleg: geen bloedflow–> geen aanleg–> functioneel monoventrikel
Circulatie gaat via een shunt via ASD of VSD
Via Fontan operatie: bloed vanuit v. cava inferior via soort tunnel door RA verbonden met a. pulmonalis, v. cava superior ook op a. pulmonalis gezet–> O2-arme bloed wordt rechtstreekt geleid naar de longen

17
Q

Hartklepafwijkingen: agenesie

A

Niet aangelegd

Er is helemaal geen klep aangelegd

Atresie van de tricuspidalisklep zeldzaam
In leven bij gratie van ASD/PFO en VSD

Functioneel monoventrikel

Niet zomaar op te lossen met een operatie

Behalve met Fontan operatie- palliatieve ingreep

18
Q

Pulmonalisklepstenose

A

8%

19
Q

Congenitale aortastenose

A
20
Q

Coarcatio aortae

A

Lokale vernauwing in de distale aortaboog, het bloed gaat via collateralen een weg maken om toch naar beneden te komen
Hypertensie in de bovenste lichaamshelft

21
Q

Tetralogie van Fallot

A
  • VSD
  • Pulmonalisstenose
  • RV hypertrofie
  • Overrijdende aorta
    Rechts-links shunt: als er een ernstige vernauwing zit bij de pulmonalisklep, kan het bloed makkelijk naar de aorta -> O2 arm bloed lichaam in -> cyanose
22
Q

Transpositie van de grote arterien

A
23
Q

Cyanose t.g.v een aangeboren hartafwijking

A
24
Q

Leeftijd manifestatie aangeboren hartafwijking

A
25
Q

Beloop aangeboren hartafwijking

A
26
Q

Eisenmenger syndroom

A
27
Q

Overlevingskansen afgelopen eeuw

A
28
Q

Volwassenen met een aangeboren hartafwijking

A
29
Q

Complicaties/late problemen na operatie

A
30
Q

Wat gaat er mis?

A

Gat in tussenschot
Klep niet/afwijkend aangelegd
Abonrmale aansluiting of verloop van grote vaten

Alle combinaties denkbaar oneindig veel soorten