Herken het soort medicijn Flashcards
(46 cards)
1
Q
Isosorbidedinitraat
A
Nitraten
2
Q
Isosorbidemononitraat
A
Nitraten
3
Q
Nitroglycerine
A
Nitraten
4
Q
Candesartan
A
Angiotensine-II-antagonisten
5
Q
Losartan
A
Angiotensine-II-antagonisten
6
Q
Valsartan
A
Angiotensine-II-antagonisten
7
Q
Irbesartan
A
Angiotensine-II-antagonisten
8
Q
Captopril
A
ACE-remmer
9
Q
Captopril/Hydrochloorthiazide
A
combinatie ACE-remmer en diuretica
10
Q
Enalapril
A
ACE-remmer
11
Q
Fosinopril
A
ACE-remmer
12
Q
Perindopril
A
ACE-remmer
13
Q
Amlodipine
A
Calcium-antagonisten
14
Q
Diltiazem
A
Calcium-antagonisten
15
Q
Nifedipine
A
Calcium-antagonisten
16
Q
Verapamil
A
Calcium-antagonisten
17
Q
Amiodaron
A
Anti-aritmica
18
Q
Fenytoïne
A
Anti-aritmica
19
Q
Flecaïnide
A
Anti-aritmica
20
Q
Diltiazem
A
Anti-aritmica
21
Q
Verapamil
A
Anti-aritmica
22
Q
Sotalol
A
Anti-aritmica
23
Q
Acebutolol
A
Betablokker
24
Q
Atenolol
A
Betablokker
25
Bisoprolol
Betablokker
26
Carvedilol
Betablokker
27
Metoprolol
Betablokker
28
Sotalol
Betablokker
29
Chloorthiazide
zwakwerkende diuretica
30
Hydrochloorthiazide
zwakwerkende diuretica
31
Bumetanide
sterkwerkende diuretica
32
Furosemide
sterkwerkende diuretica
33
Amiloride
kaliumsparende diuretica
34
Amiloride/Hydrochloorthiazide
combinatie zwakwerkende diuretica met kaliumsparende diuretica
35
spironolacton
kaliumsparende diuretica
36
Acenocoumarol
Anti-coagulantia
37
Fenprocoumon
Anti-coagulantia
38
Nadroparine
Anti-coagulantia
39
Clopidogrel
Trombocyten- aggregatieremmers
40
Acetylsalicylzuur
Trombocyten- aggregatieremmers
41
Prasugrel
Trombocyten- aggregatieremmers
42
Carbasalaatcalcium
Trombocyten- aggregatieremmers
43
Simvastatine
Cholesterolverlagende middelen
44
Atorvastatine
Cholesterolverlagende middelen
45
Pravastatine
Cholesterolverlagende middelen
46
Rosuvastatine
Cholesterolverlagende middelen