Het Ademhalingsstelsel Flashcards

1
Q

Waarom moeten we ademen?

A

Zonderzuurstof gas (O²) zouden alle cellen afsterven Om koolstofdioxide (CO²) te verliezen. Verbranding van voedingsstoffen, hierdoor krijgen we energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de bouw van het ademhalingsstelsel?

A

neus->keelholte->strottenhoofd->luchtpijp en vertakkingen->longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Filtert de lucht:

A

Het slijmvlies en de neushaartjes houden stofdeeltjes tegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bevochtigt de lucht.

A

Het slijmvlies bevochtigt de lucht door water af te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verwarmt de lucht:

A

De talrijke bloedvaten in de neus verwarmen de lucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zit er hoog in de neus?

A

De reukcellen zitten hoog in de neus om goed te kunnen ruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaarom moet een mens goed kunnen ruiken?

A

Waarschuwing voor giftige stoffen. Volstaat echter niet altijd, want niet alle gassen kan je ruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De keelholte:

A

In de keelholte zitten de amandelen of tonsillen. Ze maken afweerstoffen tegen het binnedringen van bacterien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe heet het als de amandelen ontsoken zijn?

A

Als amandelen ontstoken zijn, heet het tonsilitis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat sluit de luchtpijp af als men voedsel inslikt?

A

De strotklep sluit de luchtpijp af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat bedoelt men met “verslikken”?

A

Voedsel komt in de luchtpijp terecht ipv de slokdarm, Dit komt omdat de strotklep de luchtpijp niet of onvoldoende sluit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zit er ook in het strottenhoofd?

A

In het strottenhoofd zitten de stembnden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe werkt geluid?

A

UItademen-stembanden trillen- geluid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Luchtpijp volwassenen:

A

12cm lange buis
vorm rond
luchtpijp voelt hard
18 tot 20 kraakbeenringen
slimvlies binnenkant luchtpijp bezet met fijne trilhaartjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De luchtpijp splitst zich in 2 luchtpijptakken:

A

Elke tak vertakt zich steeds in kleinere luchtpijptakjes die eindigen in longtrechtertjes met daaraan veel longblaasjes. Omgeven door een netwerk van haarvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar liggen de longen beschermd?

A

De longen liggen beschermd in de borstkas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Deze is gevormd door:

A

ribben,borstbeen rugwervels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat vormt de scheinding tussen de borstholte en de buikholte?

A

Het middenrif of diafragma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

:Welke kleur hebben de longen?

A

De longen hebben een roze kleur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Uit wat bestaat de linkerlong?

A

De linkerlong bestaat uit 2 lobben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Uit wat bestaat de rechterlong?

A

De rechterlong bestaat uit 3 lobben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe voelen de longen?

A

De longen voelen sponsachtig aan en zijn omgeven door een membraan: longvlies of pleura

21
Q

Naar waar gat het membraan in de binnenkant?

A

Het gaat naar de longvlies.

22
Q

Wat ligt er tussen de longvlies en de borstkas?

A

Er ligt daar een vloeistof laag.

23
Q

De interpleurale:

A

Zorgt ervoor dat de longen zijn vstgemakt aan de borstkas.

24
Q

Verklaar warom de rechterlong groter dan de linkerlong is.

A

Het hart ligt met de punt naar de linkerlong.

25
Q

Welke lichaamsdelen spelen een rol tijdens het spreken?

A

tong,mond,tanden en de lippen

26
Q

De toonhoogte is afhankelijk van:

A

De lengte van de stembanden
De dikte van de stembanden

27
Q

Hoe groter de inspanning..

A

Hoe sneller je ademhaalt!

28
Q

Vitale capaciteit:

A

De hoeveelheid lucht die je na een diepe inademing maximaal kan uitademen.

29
Q

Waarom kan er een verschil zijn?

A

lengte,geslacht,lichaamsbouw,conditie,gezondheid,leeftijd

30
Q

Wat zijn de 2 hoofdbestanddelen van ingeademde lucht?

A

zuurstof gas 21 procent
stikstofgas 72 procent

30
Q

Wat is ademen

A

Ademen is het opnemen van O² en het afgeven van CO², waterdamp en warmte

31
Q

Uitgeademde lucht bevat …. CO² dan ingeademde lucht

A

minder

32
Q

Uitgeademde lucht bevat .. water

A

meer

32
Q

Uitgeademde lucht is ..

A

warmer

33
Q

De longblaasjes worden omgeven door talrijke …

A

bloedvaten

34
Q

Door waar gaat het O² dat is ingezogen in het longblaasje?

A

Het gaat eerst door de wand van het longblaasje en vervolgens de wand van het bloedvat en het word opgenomen in het bloed door de rode bloedcellen.

35
Q

Die bloedcellen vervoeren al het O² naar alle..

A

cellen waar het dient voor de verbranding.

35
Q

Tijdens de verbranding in de cellen wordt er …

A

CO² gevormd dat ook via het bloed door de rode bloedcellen naar de longen wordt vervoerd

35
Q

Vanuit het bloed gaat het CO² door de wand van het..

A

bloedvat en vervolgens door de wand van het longblaasje en wordt dan uitgeademd

35
Q

Levende planten nemen..

A

CO² op en geven O² af.

36
Q

Planten hebben dus ook een..

A

ademhaling

37
Q

Verkoudheid

A

ontsteking slijmvlies

38
Q

Bronchitis

A

Luchtpijptakken ontstoken

39
Q

Longontsteking

A

Longblaasjes ontstoken

40
Q

Astma

A

Optredende vernauwing

41
Q

Hooikoorts

A

seizongebonden aandoening

42
Q

Longkanker

A

gezwel in de long

43
Q

Hyperventilatie

A

optreden van versnelde/ verdiepte ademhaling

43
Q

Snurken

A

luidruchtige ademhaling

43
Q

Geeuwen

A

Reflex als je vermoeid bent

44
Q

Hikken

A

Onwillekeurige, krampachtige samentrekking van het middenrif

45
Q

Niezen

A

een reinginsreflex die volgt op een prikkeling

46
Q

Hoesten:

A

beschermingsreflex tegen binnegedrongen prikkelende deeltjes

47
Q

Gevolgen roken:

A
  1. Kanker: luchtwegen,maag en lever kanker,blaaskanker, slokdarmkanker,huidkanker
  2. Chronische bronchitis en rokershoest
  3. Hartziekten
  4. Hersenbloedingen
  5. Verminderde weerstand tegen ziekte
  6. Zwanger: laag geboortegewicht, miskraam..
  7. Verminderde prestaties wegens zuurstoftekort
48
Q

5 adviezen voor een gezonden ademhaling:

A

Ademen door je neus en de neus regelmatig snuiten.

Kamer dagelijks verlucht, lucht mag niet te droog zijn.

Bewegen in de buite lucht

Probeer niet verkouden te geraken en verzorgen