Het Ontstaan Van Geld Flashcards
(48 cards)
Directe Ruil
Ruil van goederen tegen goederen
Ruilmiddel
Ruil van goederen tegen geld
Rekeneenheid
De waarde van goederen uitgedrukt in geld
Betaalmiddel
Men kan het geld gebruiken om betalingen ermee te verrichten
Ongedifferentieerde koopkracht
Met geld kan men de vraag uitoefenen naar alle goederen
Standaardmunten
Gouden en zilveren munten
Bankbiljetten
Papiergeld in omloop gebracht door de Centrale Bank
Intrinsieke Waarde
De metaal waarde (stof waarde) waarvan het geld is gemaakt
Nominale waarde
De waarde wat op dat geld is aangegeven
Fiduciair geld
Het vertrouwen dat het geld als ruilmiddel kan worden gebruikt
Munt biljetten
Papiergeld in omloop gebracht door de staat (Overheid)
Giraal geld
Dit is een tegoed bij een algemene bank , dat direct opeisbaar is
Chartaal geld
Alle ruilmiddelen, die hetzij tot elk bedrag , hetzij tot een bepaald bedrag wettig betaalmiddel
Munten
Schijven metaal van bepaalde vorm, bepaald gewicht en gehalte voorzien van een beeldenaar (kenmerk), dat de munt als zodanig doet herkennen
Gireren
Als een schuld wordt voldaan door overschrijving van de bank of giro rekening van de schuldenaar op die van de schuldeisen
Inflatie
Waardevermindering van het geld
Deflatie
Waardevermeerdering van het geld
Point of sale
Het publiek word in staat gesteld om met de ATM kaart te betalen volgens dit systeem (POS) in handelszaken waar het geïnstalleerd is
Problemen van de directe ruil (ruil transactie)
- was moeilijk om een juiste plaats en tijd een geschikte ruil partner te vinden
*er moest een overeenstemming zijn tussen de hoeveelheden te leveren en te ontvangen goederen - de goederen zijn moeilijk deelbaar
*er ontstonden productie overschotten en tekorten op bepaalde gebieden - er waren in die tijd geen markten. Er ontstond behoefte aan een algemeen ruilmiddel dat tegen alles kon worden geruild
Geld goederen
De goederen die als tussen schakel dienden bij de ruil
Bijv:
- suiker, letter hout, cassave, schelpen, edelmetalen (goud en zilver)
In Suriname werd suiker als ruilmiddel gebruikt omdat het toen een belangrijk product was.
Suikergeld - had een vaste waarde met de stuiver - 1 pons suiker=1 stuiver
Kon de waarde van 1 pond suiker veranderen (schommelen)?
Ja, het was afhankelijk van de suikerprijs op de wereldmarkt
Koperen munten
Werden gebruikt voor het betalen van kleine bedragen
De munten hadden verschillende waarden
- Papegaaimunten (papegaai was afgebeeld erop)
3 waarden - 1 takje
2 takjes
3 takjes
Dit geld werd later vervangen door kaartengeld
Kaarten geld
Gewone speelkaarten met een bepaalde stempel of handtekening die een bepaalde waarde had
Voorwaarden dat een goed voldoet als ruilmiddel
- Het moet schaars zijn (het moet niet veel voorkomen)
- Het volk moet het geld accepteren (het moet algemeen begeerd zijn)
- Het moet makkelijk te onderscheiden zijn (kleur en klank)
- Het moet niet verslijtbaar zijn
- Het moet een vaste waarde hebben