het sprookje Flashcards
1
Q
volgorde van verhaal:
A
1 alles is koek en ei
2 het kwaad verschijnt
3 het kwaad wordt bestreden
4 het kwaad komt toch nog terug
5 happy end
2
Q
leg ironie uit
A
Bij ironie zeg je iets anders dan wat je bedoelt.
3
Q
leg hyperbool/
overdrijving uit
A
waneer een eigenschap extra wordt overdreven
4
Q
enjamblement betekenis
A
de rijmsels aanduide in een gedicht