het sprookje Flashcards

1
Q

volgorde van verhaal:

A

1 alles is koek en ei
2 het kwaad verschijnt
3 het kwaad wordt bestreden
4 het kwaad komt toch nog terug
5 happy end

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

leg ironie uit

A

Bij ironie zeg je iets anders dan wat je bedoelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

leg hyperbool/
overdrijving uit

A

waneer een eigenschap extra wordt overdreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

enjamblement betekenis

A

de rijmsels aanduide in een gedicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly